Uitscheidingsstelsel

Uitscheidingsstelsel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Uitscheidingsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
De student kan benoemen hoe het lichaam urine en ontlasting produceert en uitscheidt. Daarnaast kan de student benoemen welke weg hiervoor wordt afgelegd. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je erbij?

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Hoe is het bij iedereen op het werk 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is uitscheiding
Het lichaam wat continu urine en ontlasting produceert.
Urine ontstaat in de nieren. 
Ontlasting ontstaat in de darmen. 
Reservoirs in het lichaam, 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is er nodig om uit te scheiden? 
  • Reservoirs
  • Spierkracht
  • Spieren in de reservoirs
  • ruggenmerg 
  • zenuwen 
  • hersenfunctie 
  • bewegingsmogelijkheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Blaas
Nier
Urinebuis
Urineleider

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Hoe belangrijk zijn de nieren?
-1100

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

De nieren 
Voorurine= 180 Liter per dag
water en zouten worden opgenomen
afvalstoffen= ureum en urinezuur vormen urine
Nierbekken->ureter-> blaas->urine                                                 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Nier aandoening 
Nierfalen 
Nier schade stadia
Gevolgen
Transplantatie/doneren
diabetes insipidus 

Slide 11 - Slide

gevolgen: risico op hart en vaatziekten
risico op diabetes en hoge bloeddruk 
chronisch bloedarmoede
gevoeliger voor infectie 
vocht vasthouden 

afvalstoffen verwijderen
regelen van water, zouten en je bloeddruk
sterke botten behouden
aanmaak van rode bloedcellen stimuleren
zuurgraad in balans houden

Dialyse 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Urine 
urine: nierbekken-> urineleiders-> blaas. 
Blaas=opslagplaats
autonome zenuwstelsel
Chronische blaasontsteking 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat voor een kleuren urine kan je hebben?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Vrouwen bekken:
schede en baarmoeder achter de blaas. 
baarmoeder rust op de blaas

Mannen bekken: 
endeldarm direct achter de blaas. 
tussen de blaas en bekkenbodemspieren ligt de prostaat. 
prostaat vernauwt de plasbuis

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Urineren: 
  • blaas vol? 250 ml
  • Bij kou en stress moet je sneller en vaker plassen
  • ophouden? max 500ml
Defeceren:
  • gemiddeld 1 a 2x per dag dikke darm naar rectum 
  • rekking van de endeldarm=seintje voor de hersenen 
  • het best gehurkt/opgetrokken knieën 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Casus 
Mevrouw De Vries is 78 jaar en woont zelfstandig. Ze belt de huisarts omdat ze zich moe voelt en haar enkels dik zijn. Ze zegt dat ze minder plast dan normaal, terwijl ze wel genoeg drinkt. Ook heeft ze een hoge bloeddruk en voelt zich soms duizelig.

Wat de dokter ontdekt: Haar bloed bevat te veel afvalstoffen. Er zitten eiwitten in haar urine. Haar blaas zit vol met urine
Haar nieren zijn kleiner dan normaal

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Casus
  1. Welke organen zorgen ervoor dat je kunt plassen?
  2. Wat kan er aan de hand zijn als iemand minder plast dan normaal?
  3. Waarom is het gevaarlijk als afvalstoffen in het bloed blijven zitten?
  4. Wat kun je als verzorgende doen als iemand een volle blaas heeft maar niet goed plast?
  5. Welke klachten kun je zien bij iemand met nierproblemen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wie kan de stof samenvatten? 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De lesdoelen kan ik beantwoorden...
Ja
Grotendeels wel
Grotendeels niet
Nee

Slide 20 - Poll

This item has no instructions