H19 Vermogensstructuur, risico en afdekking

• Bedrijfseconomie
• Basisschool
• Groep 1

proefwerk 4: Domein D: Investeren en financieren

H16 Eigen vermogen

H17 Vreemd vermogen

H18 Investeringsanalyse (SE)

H19 Vermogensstructuur, risico en afdekking

H20 Vermogensmarkt

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

H19 Vermogensstructuur, risico en afdekking

Domein D: Investeren en financieren

H16 Eigen vermogen

H17 Vreemd vermogen

H18 Investeringsanalyse (SE)

H19 Vermogensstructuur, risico en afdekking

H20 Vermogensmarkt

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

H19 Vermogensstructuur, risico en afdekking

19.1 Vermogensstructuur

19.2 Effect investeringsprojecten

19.3 Off-balance financiering

19.4 Opties en termijncontracten

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

19.1 Vermogensstructuur

Leerdoelen

Je kunt:

- De financiële structuur van een onderneming beschrijven

- De hefboomwerking van de vermogensstructuur en het operationele hefboomeffect van de kapitaalstructuur uitleggen

- De risico’s van de financiering met veel vreemd vermogen uitleggen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

Financiële structuur: de samenstelling van de activa (kapitaalstructuur) én de samenstelling van het vermogen dat daar tegenover staat (vermogens-

structuur)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

Een onderneming stelt de

benodigde activa vast en zoekt

daar het juiste vermogen bij.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

Financieringsregels: De looptijd van het aan te trekken vermogen moet zo goed mogelijk aansluiten bij de levensduur van het in de activa te investeren vermogen.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

De onderneming Manna heeft voor € 500.000 aan activa, waarvan € 375.000 aan vaste activa. Zij heeft voor € 275.000 aan vreemd vermogen aangetrokken, waarvan € 125.000 kort vreemd vermogen.

Vragen:

- Geef de financiële structuur van de onderneming

- Wat kun je zeggen over de naleving van de financieringsregels door Manna?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

De onderneming Manna heeft voor € 500.000 aan activa, waarvan € 375.000 aan vaste activa. Zij heeft voor € 275.000 aan vreemd vermogen aangetrokken, waarvan € 125.000 kort vreemd vermogen.

Vragen:

- Geef de financiële structuur van de onderneming kapitaalstructuur 375K vaste activa, 125K vlottende activa; Vermogensstructuur: 225K EV, 150K LVV en 125K KVV 

- Wat kun je zeggen over de naleving van de financieringsregels door Manna? is goed. vlottende activa worden gefinancierd met KVV (beide 125K), Vaste activa worden gefinancierd met LVV en permanent vermogen (EV)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

De onderneming wil een nieuwe machine aanschaffen om uit te breiden. De machine gaat 10 jaar mee. Door extra productie zal ook de voorraad toenemen. De totale toename van de activa is € 50.000.

Manna overweegt voor de financiering van de investering 2 opties:

1) Een combinatie van rekening-courant krediet en crediteuren

2) Een combinatie van rekening-courant krediet, crediteuren en langlopend VV

Vraag: welke optie adviseer je en waarom?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de financiële structuur van een onderneming beschrijven

De onderneming wil een nieuwe machine aanschaffen om uit te breiden. De machine gaat 10 jaar mee. Door extra productie zal ook de voorraad toenemen. De totale toename van de activa is € 50.000.

Manna overweegt voor de financiering van de investering 2 opties:

1) Een combinatie van rekening-courant krediet en crediteuren

2) Een combinatie van rekening-courant krediet, crediteuren en langlopend VV

Vraag: welke optie adviseer je en waarom? optie 2) de machine wil je financieren met LVV, met een vaste rente. Mocht de (korte) rente stijgen dan kan de onderneming in de problemen komen door stijgende rentekosten, terwijl de opbrengsten gelijk blijven.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

Hefboomfactor: De verhouding vreemd vermogen/eigen vermogen

--> Hoe meer een onderneming met vreemd vermogen financiert, hoe meer ze erop kan verdienen.

Hefboomeffect vreemd vermogen en eigen vermogen

Als een onderneming met haar activiteiten een rendement behaalt dat hoger is dan het rentepercentage dat ze voor vreemd vermogen moet betalen, verdient ze op het geleende bedrag.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Hefboomwerking v.d. vermogensstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Hefboomwerking v.d. vermogensstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Hefboomwerking v.d. vermogensstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Hefboomwerking v.d. vermogensstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Hefboomwerking v.d. vermogensstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

In het eerste geval is de hefboomfactor. EV-verschaffers verdienen per geinvesteerde Euro meer door financiering met extra VV.

Maar…

Een onderneming gaat failliet als zij haar schulden niet meer terug kan betalen.

Dus er zit een bovengrens aan financiering met VV. Zie ook 19.3 solvabiliteitseis.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

Kostenstructuur: De verhouding tussen de constante kosten (of afzetonafhankelijke kosten; kosten die ze altijd heeft, ongeacht de omvang van de activiteiten) en de totale kosten.

Bij een kapitaalstructuur met veel vaste activa bestaat vaak een groot deel van de kosten uit de afschrijvings- en interestkosten.

Operationeel hefboomeffect: Bij relatief veel constante kosten, leidt een kleine omzetstijging tot een grote resultaatstijging

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

De onderneming Manna verkoopt industriële slangen. De verkoopprijs is € 40. Inkoopkosten per product zijn € 30. Daarnaast heeft de onderneming € 5,00 aan verkoopkosten per product.

De onderneming heeft € 15.000 aan vaste kosten (afzetonafhankelijke kosten).

Vraag: Bereken de nettowinst bij een afzet van 6.000 stuks

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

Ook de onderneming Massa verkoopt industriële slangen; verkoopprijs € 40. Massa heeft veel in machines geïnvesteerd waardoor zij een andere kostenstructuur heeft: Inkoopkosten per product zijn € 22,50; verkoopkosten per product € 7,50 zijn; Constante kosten € 45.000 (veelal afschrijvingen en interest).

Vragen:

1) Bereken de nettowinst bij een afzet van 6.000 stuks

2) Wat gebeurt er met de winst als de afzet van Manna en Massa daalt   naar 5.000 stuks

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.1 Je kunt de hefboomwerking van de vermogensstructuur en de kapitaalstructuur uitleggen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak opgave 19.1 en 19.2

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Off-balance financiering

Leerdoel:

Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Off-balance financiering: Financiering buiten de balans om: Zaken waarover een onderneming effectief beschikt worden niet op de balans van de onderneming weergegeven.

Wanneer?

- Als een onderneming moeilijk aan geld voor aanschaf kan komen

- Om aan eisen van vreemd vermogen verschaffers te voldoen.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

5 manieren van off balance financieren

H19:

Factoring --> debiteuren overdragen aan factormaatschappij

Consignatievoorraad --> voorraad blijft van leverancier

Cloudoplossingen --> software huren in plaats van kopen

H17 Vreemd vermogen:

Operationele lease --> huren van duurzame productiemiddelen

Sale and lease back --> activa verkopen en direct terugleasen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Factoring: Een onderneming draagt zijn vorderingen/debiteuren over aan een factormaatschappij tegen betaling van een voorschot.

Consignatievoorraad: Hierbij ligt de voorraad in het magazijn van de onderneming, terwijl die voorraden eigendom blijven van de leverancier totdat ze worden verbruikt of de handelsvoorraad wordt (door)verkocht aan afnemers.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Cloudoplossingen: Hard- en/of software inclusief ondersteuning worden uitbesteed aan een IT-dienstverlener.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Sale-and-lease back: Het verkopen van een vast actief, bijvoorbeeld een gebouw, en het direct terugleasen.

Voordeel: onderneming krijgt geld voor bv investeringen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Leasing: Huren van duurzame productiemiddelen.

Voordelen:

- Geen grote uitgave in een keer (aanschaf)

- Bij snelle technologische verandering is risico van veroudering bij verhuurder (leasemaatschappij)

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Operational leasing: Een leaseovereenkomst die op korte termijn opzegbaar is. De verhuurder (lessor) draagt het risico van economische veroudering en zorgt voor het onderhoud en de verzekering van het goed.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Financial leasing: Een leaseovereenkomst die niet tussentijds opzegbaar is op lange termijn.

De huurder (lessee) is verantwoordelijk voor het economisch risico, het onderhoud en de verzekering van het goed.

Financial leasing is ‘on balance’: Debet: Gehuurd object

Credit: verplichting aan leasemaatschapij

--> Huurder mag afschrijven op het gehuurde object

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

Solvabiliteit: Verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen of totaal vermogen

Solvabiliteitseis: Het vreemd vermogen mag niet te hoog zijn ten opzichte van het eigen vermogen.

--> Als de onderneming voldoet aan de solvabiliteitseis kan de onderneming bij de bank lenen of het rentepercentage is aantrekkelijker (minder hoog).

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak:

19.6 en 19.7 off-balance

19.9 en 19.10a  theorie afdekken

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

De onderneming Manna heeft voor € 500.000 aan activa; € 170.000 hiervan is gefinancierd met eigen vermogen. De onderneming wil een nieuwe machine aanschaffen; investering € 100.000.

De huisbank van Manna wil de investering financieren met een langlopende lening. Voorwaarde die zij hieraan stelt is dat de solvabiliteit (VV/EV) maximaal 250% bedraagt.

Vragen: 1) Bereken of de bank de lening zal verschaffen

2) Als de onderneming wel wil uitbreiden, maar dit niet met eigen vermogen wil financieren, welke optie heeft zij dan?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.3 Je kunt off-balance financiering beschrijven en er voorbeelden van noemen

De onderneming Manna heeft voor € 500.000 aan activa; € 170.000 hiervan is gefinancierd met eigen vermogen. De onderneming wil een nieuwe machine aanschaffen; investering € 100.000. De huisbank van Manna wil de investering financieren met een langlopende lening. Voorwaarde die zij hieraan stelt is dat de solvabiliteit (VV/EV) maximaal 250% bedraagt. Vragen: 1) Bereken of de bank de lening zal verschaffen.

Totaal activa na aanschaf: 600K.de vermogensstructuur moet na financiering ook optellen tot € 600K. Verhouding  VV/EV na volledige financiering met VV = 430/170 x100% = 253%. dit % is te hoog voor de bank

2) Als de onderneming wel wil uitbreiden, maar dit niet met eigen vermogen wil financieren, welke optie heeft zij dan? off balance financieren, bijvoorbeeld leasen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Opties en termijncontracten

Leerdoelen

Je kunt:

- Uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

- De risico’s van opties en termijncontracten analyseren

https://www.youtube.com/watch?v=CC9VeHrI3Es

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Termijn contract: Een overeenkomst om iets te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs op een bepaald moment.

Kosten: bekend: zaaisel, arbeid etc

Opbrengsten: ?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Prijsrisico grondstoffen: Om het risico van grote prijsschommelingen van grondstoffen af te dekken, sluiten ondernemingen termijncontracten voor grondstoffen af.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Margin call: Onderpand om ervoor te zorgen dat partijen van een termijncontract zich ook bij een grote verliespositie aan het contract houden.

Interestswap: Een contract waarbij een onderneming en een bank de interestbetalingen van twee verschillende leningen gedurende een bepaalde periode ‘ruilen’.

https://www.youtube.com/watch?v=HpHEM2JDcIM

https://www.youtube.com/watch?v=I8Jonn6xF9Q

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Valutarisico: De waarde van buitenlandse muntsoorten (vreemde valuta) kan lager of hoger worden vergeleken met de euro.

Twee manieren om af te dekken:

- Termijncontract

- Opties

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Valutatermijncontract: Hierin wordt opgenomen welk bedrag tegen welke valutakoers op welke datum wordt omgewisseld.

Valutaoptie: De onderneming koopt het recht om bepaalde valuta te kopen tegen een vastgestelde valutakoers (calloptie) of het recht om te verkopen tegen een vastgestelde valutakoers (putoptie).

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

19.4 Je kunt uitleggen dat met opties en termijncontracten risico’s worden afgedekt

Antwoord b: 300.000 / 1,175  € 255.319,15

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

19.10 valutatermijncontract

E19.1

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak

19.1 a t/m d en 19.2 --> financieringsstructuur en operationele hefboom

Maak:

19.6 en 19.7 --> off-balance

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak:

19.6 en 19.7 off-balance

19.9 en 19.10a  theorie afdekken

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.