Passé Composé regelmatige werkwoorden op -er klas 2HV

Onderwerp
Unité 7 En Ligne
Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderwerp
Unité 7 En Ligne
Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt in het Frans van de groep regelmatige werkwoorden op -er

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie over de voltooide tijd? Vul in wat in je opkomt.
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Voltooide tijd =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

Slide 4 - Slide

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van AVOIR (hebben)
   2. een voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont

Slide 6 - Quiz

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa (is een 'zij' dus elle) ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 7 - Quiz

1. Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef het rijtje van AVOIR in de tegenwoordige tijd weer.
timer
1:00

Slide 8 - Open question

2. Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 
 On a chanté (chanter = zingen)    = We hebben gezongen                                 

Slide 9 - Slide

N'oublie pas: 
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!!
Pas op! Hou altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar! (net als in het Engels)
Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 10 - Slide

Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord!!!!
Nous avons joué.
Wij hebben gespeeld.

Slide 11 - Slide

Regardez bien!!!

Slide 12 - Slide


Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.

Slide 13 - Quiz

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 16 - Quiz

Vertaal:
Vous avez dansé

Slide 17 - Open question

Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.

Slide 18 - Quiz

Tu .... ...........(aimer)(passé composé)
A
es aimé
B
as aimé
C
aimé
D
aimes

Slide 19 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord être?
A
été
B
eu
C
etré
D
étéré

Slide 20 - Quiz

En nu de onregelmatige werkwoorden

Slide 21 - Slide

Welke zin is goed?
A
J'ai été en vacances
B
Je suis été en vacances

Slide 22 - Quiz

Vertaal:
Ik heb genomen

Slide 23 - Open question

Vertaal:
Wij hebben gewild

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Zij hebben gehad

Slide 25 - Open question

Vertaal:
Jullie hebben gemaakt

Slide 26 - Open question

Vertaal:
Zij is geweest

Slide 27 - Open question

Waaruit bestaat de Passé Composé?
timer
0:30

Slide 28 - Open question


Kortom:
 
- Leer eerst het rijtje van avoir nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...

Slide 29 - Slide

En nu gaan we verder oefenen.....

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Ik kan in het Frans de regelmatige werkwoorden op -er in de passé composé vervoegen.
Ja dit kan ik!***
Ik weet het niet zeker....**
Nee, ik wil graag eerst extra oefenen*

Slide 32 - Poll

Je gaat nu zelf kiezen wat je gaat doen.
De * bepaalt de moeilijkheid.

Socrative *
Oefening 16G + 16H blz 118/119 **
Extra werkblad ***

Slide 33 - Poll

Voor extra uitleg:

- Ga naar Libre Service / Unité 7 Passé Composé appr 5
- Luister naar deze uitleg: 

Slide 34 - Slide