examentraining niv1.1

Wat is de wet van Ohm?
A
U=I:R
B
U=IxR
C
U=I+R
D
U=I-R
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
LassenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de wet van Ohm?
A
U=I:R
B
U=IxR
C
U=I+R
D
U=I-R

Slide 1 - Quiz

Waaruit bestaat de lasdraad bij MAG-lassen?
A
Staal
B
Aluminium
C
Koper
D
Kunststof

Slide 2 - Quiz

De boog bij MAG-lassen zit tussen:
A
De contactbuis en het werkstuk
B
Het gasmondstuk en het werkstuk
C
De lasdraad en het beschermgas
D
De lasdraad en het werkstuk

Slide 3 - Quiz

Wat is het basismateriaal voor staal?
A
Koolstof
B
Ruwijzer
C
Ertsen op zwavelbasis
D
Silicium

Slide 4 - Quiz

Wat doet het element stikstof met staal als het daar veel in zit?
A
Het vermindert de mechanische eigenschappen .
B
Het verlaagt de kans op roesten
C
Het verhoogt de sterkte van het staal
D
Het vermindert de hardheid van het staal

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we de lasvolgorde om schaarwerking te verminderen?
A
Onderbroken lassen
B
Asymmetrisch lassen
C
Vooruitlopend lassen
D
Continu lassen

Slide 6 - Quiz

Welke regel is juist bij vrije krimpwerking?
A
Grote krimpvervorming, weinig spanningen
B
Weinig krimpvervorming, hoge spanningen
C
Weinig krimpvervorming, weinig spanningen
D
Grote krimpvervorming, hoge spanningen

Slide 7 - Quiz

Wat is een oorzaak van een bindingsfout?
A
Het gasmondstuk is te groot
B
De hoeveelheid beschermgas is te groot
C
de lastoorts is scheef gehouden
D
de draadaanvoersnelheid is te groot

Slide 8 - Quiz

Hoe kan de lasser zichzelf het beste beschermen tegen de lasrook?
A
Door de werkplaatsdeur open te zetten
B
Door het gebruik van adembescherming
C
Door het toepassen van natuurlijk ventilatie
D
Door het dragen van de juiste kleding

Slide 9 - Quiz

Noem een gas dat naast Argon (Ar) in een menggas kan zitten bij MAG-lassen.
A
Koolzuurgas (CO2)
B
Stikstof (N2)
C
Mangaan (Mg)
D
Helium (He)

Slide 10 - Quiz

Wat is de invloed van een lage voortloopsnelheid op de breedte van de las?
A
De las wordt minder breed
B
De las wordt breder
C
De las wordt brosser
D
Het heeft geen invloed op de breedte

Slide 11 - Quiz

Beschermgas cilinders worden geleverd met verschillende drukken. Wat is een van deze drukken?
A
200 bar
B
130 bar
C
100 bar
D
110 bar

Slide 12 - Quiz

Er zijn 2 soorten lasdraden bij MAG-lassen, namelijk:
A
Koper- en nikkeldraad
B
Alluminium- en ijzerdraad
C
Open- en gesloten draad
D
Massieve en gevulde draad

Slide 13 - Quiz

Welke lasfout is het gevolg van te veel lasspetters in het gasmondstuk?
A
Bindingfout
B
Onvoldoende gasbescherming
C
Slakinsluiting
D
Randinkarteling

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt het smeltbad beschermd bij MAG-lassen?
A
Door de elektrische stroom uit het lastoestel
B
Door het afsmelten van de lasdraad
C
Door de boog die tussen de elektrode en het smeltbad zit
D
Door het beschermgas uit het gasmondstuk

Slide 15 - Quiz

Welke stralen veroorzaken lasogen?
A
UV-stralen
B
Infrarood stralen
C
Licht stralen
D
US-stralen

Slide 16 - Quiz

Wat is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM)?
A
Lasgordijn
B
Brandblusser
C
Handschoenen
D
Ventilator

Slide 17 - Quiz

Welk materiaal is een geleider?
A
Hout
B
Glas
C
Staal
D
Kunststof

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de 2 hoofdgroepen van lasnaden?
A
Bewerkte en niet-bewerkte
B
V-naden en hoeklassen
C
Stompe en niet-stompe
D
I-naden en Y-naden

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt de laspositie PA ook wel genoemd?
A
Onder de hand
B
Verticaal opgaand
C
Uit de zij
D
Boven het hoofd

Slide 20 - Quiz