B2 genen en b3 kruisingen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Goedemorgen klas 3 

Thema  3 Erfelijkheid 

b2 genen 

Pak alvast blz 175 erbij

Wat gaan we doen?

- Terugblik en vervolg b2 Genen

- Inoefenen opdr 4 blz 176

- Zelf aan de slag opdr 5 - 6

- Verlengde uitleg

b2 Genen leerdoel

Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype betekenen

Genotype geef je aan met lettercombinaties

Hoofdletter voor dominant allel:  A 

Kleine letter voor recessief allel: a

Er zijn dus 3 genotypen

AA = homozygoot dominant

Aa = Heterozygoot

aa = Homozygoot recessief

Intermediair fenotype

Er is geen dominant en geen recessief allel

Beide allelen zijn even sterk. Je krijgt een mengvorm van de eigenschap 

Intermediair fenotype

Eigenschappen doorgeven

Homozygoot: 2 dezelfde allelen

Heterozygoot: 2 verschillende allelen

Dominant: allel dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk

Recessief: allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel is

Zelf aan de slag

• Lezen  b2 Genen 
  

• Inzicht opdrachten maken: 4 - 5 -6 blz 176

•  Verlengde uitleg

Wat gaan we doen?

- Afronden b2 Leerdoel check

- Uitleg b3 Kruisingen

- Oefenen met kruisingen 

   opdr 1 - 2 - 3 blz 182

Eigenschappen doorgeven

Homozygoot: 2 dezelfde allelen

Heterozygoot: 2 verschillende allelen

Dominant: allel dat overheerst over een ander allel.

Recessief: allel dat onderdrukt wordt.

Zelf aan de slag!

Maken opdracht 1 - 2 - 3 blz 182 

Klaar? Dan maak je opdracht 4

Checkvraag

Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Wat is het genotype van een cavia met lang haar?
-Welke genotypes kan een cavia met kort haar hebben?

rr

Rr of RR

Wat gaan we doen?

- Terugblik b2 Opdracht  5 en 6 blz 176

- Uitleg b3 Kruisingen

- Oefenen met kruisingen 

opdr 1 - 2 - 3 blz 182

B3 Kruisingen blz 179

Leerdoel: je kunt een kruisingsschema opstellen

Stap 1: de fenotypes en genotypes van de ouders opschrijven

P  =    Genotype x  Genotype

rr

Rr of RR

Hoe zien de jonkies eruit?
Stap 1

P=      Rr   x rr

Stap 2: welke alleen kunnen in de geslachtscellen van de ouders voorkomen?

                         P:             Rr                        x                      rr
geslachtscellen:    R of r                                              r

Stap 3: F1 Welk genotype en fenotype kunnen de nakomelingen hebben?

Stap 4: conclusies

Jonkies worden F1 genoemd.
Je schrijft op wat de verhouding is in het fenotype of genotype  van de jongen

Je schrijft ook op wat de kansen zijn in het fenotype of genotype

De jongen: F1

F1           1/2 kortharig    en    1/2 langharig


           verhouding:  Kort  1 : 1 lang          

Aantekening:

Stap 1: P. genotype x genotype

Stap 2: G.welke geslachtscellen kunnen ze maken?
Stap 3: kruisingsschema met mogelijke geslachtscellen
Stap 4: conclusie voor F1

Checkvraag

Werk het volgende vraagstuk in tweetallen uit:

2 cavia's zijn heterozygoot voor de kleur van de vacht.

Zwart (Z) is dominant over bruin (z).
Hoe zullen hun nakomelingen eruit zien?

Zelf aan de slag

• Lezen  b3 Kruisingen
  

• Maken kennis opdrachten: 1 – 2 – 3 blz 182
  

•  Verlengde uitleg
  

Zelf aan de slag!

- extra uitleg:
https://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/karyogrammenx.html

- oefeningen kruisingen: https://biologiepagina.nl/Toetsen/erfelijkheidvmbokruisingen/erfelijkheid.htm

https://www.biodoen.nl/biodoenLite.php?idOrder=0404040801

- extra uitdaging:
https://biologiepagina.nl/Toetsen/erfelijkheid/erfelijkheid.htm

Deze les

- Leer je wat een genenpaar is
- Leer je de begrippen heterozygoot en homozygoot
- Leer je de begrippen dominant en recessief
- leer je een kruisingsschema maken