1. Jagers en Boeren

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Regels bespreken.
Inloggen in classroom.
Plan voor dit schooljaar bespreken.
Kort behandelen hoofdstuk 1.
PO starten.


Slide 2 - Slide

Regels
  • Je hebt altijd je boek, werkboek en opgeladen Chromebook bij je.
  • Jullie werken hard voor mij, ik werk hard voor jullie.
  • Ik luister naar jullie, jullie luisteren naar mij.
  • Tot de herfstvakantie blijf je zitten waar je zit, als deze les goed gaat.
  • Je mag me altijd mailen met vragen.

Slide 3 - Slide

Wat kun je dit jaar verwachten?
Alle tien tijdvakken. Vanaf tijdvak 5 wordt alles getoetst.
Basiskennis hebben jullie, die breiden we dit jaar uit.
49 kenmerkende aspecten.
Veel oefenen met examenvragen.
PTA: Je bent  nu al begonnen aan je examenjaren.
Dit jaar tijdvakken en twee thema's.
Volgend jaar historische katernen.

Slide 4 - Slide

Kenmerkende aspecten
49 in totaal, vatten de eindexamenstof samen in 49 zinnen.
Je moet ze dit jaar allemaal kennen.
Wisselend aantal per tijdvak.
Bijvoorbeeld: 
1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
19 september SO tijdvakken en kenmerkende aspecten!

Slide 5 - Slide

De tien tijdvakken
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie;
tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid;
tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) / Middeleeuwen;
tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500) / Middeleeuwen;
tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) / Vroegmoderne tijd / 16e eeuw;
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Vroegmoderne tijd / 17e eeuw;
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / Vroegmoderne tijd / 18e eeuw;
tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / Moderne tijd / 19e eeuw;
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / Moderne tijd / eerste helft 20e eeuw;
tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / Moderne tijd / tweede helft 20e eeuw.

Slide 6 - Slide

De tien tijdvakken
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie;
tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid;
tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) / Middeleeuwen;
tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500) / Middeleeuwen;
tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) / Vroegmoderne tijd / 16e eeuw;
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Vroegmoderne tijd / 17e eeuw;
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / Vroegmoderne tijd / 18e eeuw;
tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / Moderne tijd / 19e eeuw;
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / Moderne tijd / eerste helft 20e eeuw;
tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / Moderne tijd /  tweede helft 20e eeuw.

Slide 7 - Slide

tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie
Kenmerkende aspecten:
1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 8 - Slide

tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie
Kenmerkende aspecten:
1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 9 - Slide

De levenswijze van jager-verzamelaars

Slide 10 - Mind map

Bronnen over de prehistorie
Geschreven, ongeschreven, primair, secundair?
Prehistorie = voor de uitvinding van het schrift.
--> Prehistorie eindigt in 3000 bij uitvinding van het schrift in het Midden-Oosten.
Geen schrift --> Weinig bekend over cultuur, weinig bekend over individuen.
Mensen reisden rond --> Nomaden
--> Weinig bezittingen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
9000v.Chr.: Landbouwrevolutie.
Klimaatverandering --> milieu wordt geschikter voor landbouw.
5500v.Chr. landbouw in Nederland.
--> Mensen leven op een vaste plek.
--> Meer bezittingen.
--> Meer sociale verschillen.
Door landbouwoverschot ontstaan handel,
ambacht, grote steden.

Slide 13 - Slide

PO: Door de tijd heen
Doel: een biografie van vier generaties van een bekend historisch figuur schrijven door verschillende tijdvakken heen.
Tijdvak 1 t/m 4.
Bijv. Karel Martel in de tijd van jagers en boeren, Pepijn de Korte in de tijd van Grieken en Romeinen, Karel de Grote in de tijd van monniken en ridders, Pepijn van Italië in de tijd van steden en staten.
26 september inleveren.

Slide 14 - Slide

Aan de slag.
Maak groepjes van 1, 2, 3 of 4 personen.
Kies een historisch figuur (hoofdstuk III).
Kies 16 onderwerpen waar je gebeurtenissen bij gaat verzinnen.
Kies 10 kenmerkende aspecten.
Schrijf je bij mij in als groepje als je klaar bent.
Daarna ga je aan de slag met het kijken van de filmpjes uit hoofdstuk I en lees je de rest van het PO goed door.

Slide 15 - Slide