2. Grieken en Romeinen

Hoofdstuk 2
Grieken en Romeinen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Extra instructie over PO. --> Deadline naar 17 oktober.
Herhalen en leren over Grieken en Romeinen.
Oefenen met kenmerkende aspecten H1 en H2.

Slide 2 - Slide

Stappenplan
Bekijk alle filmpjes uit het document, ze staan er niet voor niets!
Zorg ervoor dat je de hele opdracht goed hebt gelezen voordat je aan de slag gaat, dan weet je zeker dat je naar het juiste eindproduct toewerkt.
Werk eerst voor al je personen die je gebruikt in je opdracht, alle generaties dus, een sociale en historische context.
Daarna ga je de verhaallijn schrijven, wat deze personen meemaken, of maak je hier een filmpje over.
Maak gebruik van de uitwerking over Rembrandt in het instructiedocument en de uitwerking over Karel de Grote in Classroom. Neem geen teksten over, maar doe vooral de indeling na. Dan weet je zeker dat je niets mist!

Slide 3 - Slide

Sociale context
Een sociale context gaat over relaties tussen een persoon tot zijn omgeving.
--> Welke positie neemt iemand in in de maatschappij, welk werk had diegene, was het een bestuurder?
Ongeveer 200 woorden per sociale context.

Slide 4 - Slide

Historische context
Een historische context gaat over de context waarin jouw gekozen persoon vroeger leefde en hoe de mensen destijds naar hem keken.
--> Hoe leefden mensen op die plaats in die tijd en wat betekende dat voor het werk/de positie van je historische figuur?
Ongeveer 200 woorden per historische context.

Slide 5 - Slide

Verhaallijn
Je noemt voorafgaand aan je verhaal nog kort welke gebeurtenissen en kenmerkende aspecten terug gaan komen in jouw verhaallijn en welke mensen in welk tijdvak leven.
Een tijdvak beslaat voor het gemak een mensenleven.
Dit onderdeel mag dus ook in de vorm van een filmpje!

Slide 6 - Slide

De tien tijdvakken
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie;
tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid;
tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) / Middeleeuwen;
tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500) / Middeleeuwen;
tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) / Vroegmoderne tijd / 16e eeuw;
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Vroegmoderne tijd / 17e eeuw;
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / Vroegmoderne tijd / 18e eeuw;
tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / Moderne tijd / 19e eeuw;
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / Moderne tijd / eerste helft 20e eeuw;
tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / Moderne tijd / tweede helft 20e eeuw.

Slide 7 - Slide

tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) / Prehistorie
Kenmerkende aspecten:
1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 8 - Slide

tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) / Oudheid;
Kenmerkende aspecten:
4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat
5. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde
6. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa
8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten

Slide 9 - Slide

Hoe wil je leren over deze stof?
Opties:
1. Zelf samenvatting maken waarbij je bij elk kenmerkend aspect een beschrijving van ongeveer 30 woorden geeft waarin je de begrippen uitlegt. --> muziek luisteren mag.
2. Zelf opdrachten maken in het werkboek (hiervoor komt nog nakijkmateriaal beschikbaar) --> muziek luisteren mag.
3. Luisteren naar de uitleg.

Slide 10 - Slide

4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat
  • In Athene is het volk de baas: democratie.
  • Demos = volk, Kratein = heersen --> Het volk heerst.​
  • Alle Atheense burgers hebben inspraak --> Dus alleen mannen die geboren zijn in Athene.​
  • Grote beslissingen werden genomen door de volksvergadering.​
  • Ostracisme = schervengericht: als de Atheners bang waren dat iemand een ​tiran zou worden, werd deze persoon weggestemd en werd hij verbannen voor tien jaar.​
  • Kritiek op democratie (Plato): Het volk is niet onafhankelijk (praat alleen elkaar na), denkt alleen maar aan zichzelf en heeft helemaal geen verstand van de zaken waar ze over meepraten.​













Slide 11 - Slide

4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat
Filosofie: Plato, Socrates, Aristoteles.
Wetenschap: Hippocrates, Pythagoras.


Slide 12 - Slide

Langs de Limes
5. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde
6. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa

Voorburg
Nijmegen

Slide 13 - Slide

8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten

Slide 14 - Slide

Oefenen!
Pak het overzicht van de kenmerkende aspecten in Classroom erbij.
Open daarnaast de kenmerkende aspecten opdracht.
Schrijf van elke bron op welk kenmerkend aspect je ziet en waarom
Schrijf het hele kenmerkende aspect op in je antwoord en laat duidelijk zien welk bronelement ermee overeenkomt. 
Zoek daarna zelf bij elk kenmerkend aspect van tijdvak 1 en 2 een bijpassende bron.
Klaar? Lever het in via GoogleClassroom en ga verder met je PO.

Slide 15 - Slide

tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 16 - Drag question

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten"?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2

Slide 17 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen"?

A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2

Slide 18 - Quiz

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 19 - Slide

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 20 - Open question

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 21 - Slide

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 22 - Open question

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 23 - Slide

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Is de komst van de Romeinen goed geweest voor de
ontwikkeling van onze cultuur of juist niet? 

Slide 26 - Slide