Zinsonderdelen NT2

Zinsonderdelen 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Alfabetisering NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zinsonderdelen 

Slide 1 - Slide

zinsdelen

Slide 2 - Mind map

Doel van de les 
  • Je kunt aan het eind van de les de volgende onderdelen in de zin vinden: " het onderwerp en de persoonsvorm ".

Slide 3 - Slide

Opbouw van de les 
  • uitleg:  de persoonsvorm en het onderwerp
  • opdrachten maken 
  • les evalueren 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

DE PERSOONSVORM
De persoonsvorm kun je vinden door:
1. De zin in een andere tijd zetten
2. De zin vragend maken     
voorbeeld: Lana kijkt naar het bord.
1. Lana  keek naar het bord. 
2. keek Lana naar het bord?




2. Geeft Lana een appel aan het kind? 



Slide 6 - Slide

wat is de persoonsvorm?
De leerlingen hebben les in Teams.
A
De leerlingen
B
les
C
hebben
D
in Teams

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Mevrouw Laura werkt vandaag thuis.
A
Mevrouw Rawan
B
werkt
C
vandaag
D
thuis

Slide 8 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Meneer Christian helpt jullie in de klas.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Het onderwerp
Je kan het onderwerp vinden door WIE of WAT te vragen. 
voorbeeld: 
Mila gaat naar huis. 
Je vraagt dan "wie gaat naar huis?". 
Het antwoord is: 
Mila
Dus Mila is het onderwerp in deze zin.

 

Slide 11 - Slide

wat is het onderwerp?

Mijn moeder en ik maken een taart.
A
mijn moeder
B
ik
C
een taart
D
mijn moeder en ik

Slide 12 - Quiz

wat is het onderwerp?
mijn zus leest in het boek.
A
het boek
B
leest
C
mijn zus
D
mijn

Slide 13 - Quiz

wat is het onderwerp?
Veel mensen gaan in de zomer op vakantie.
A
veel mensen
B
in de zomer
C
op vakantie
D
gaan

Slide 14 - Quiz

wat is het onderwerp?
Adam zit de hele dag op zijn telefoon.

Slide 15 - Open question

Doel van de les 
  • Je kunt aan het eind van de les de volgende onderdelen in de zin vinden: " het onderwerp en de persoonsvorm ".

Slide 16 - Slide

Samen zinnen maken
Leerling 1: Zeg het eerste woord van de zin, leerling 2 gaat verder, tot er een mooie zin. Dan weer opnieuw beginnen.

Slide 17 - Slide

Even oefenen...
Werkboekje Spelletjesdag 
Maak oefening 9 (pag. 11) en
oefening 10 (pag.12) 
oefening 11 (pag. 13) en
oefening 12 (pag. 14)
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link