U5 - Past simple part one

Past simple (part I)
Learning goal:
I can talk about past events. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past simple (part I)
Learning goal:
I can talk about past events. 

Slide 1 - Slide

"He worked as a writer at a newspaper in London"
To talk about the past, you can add ____ to the whole verb.

Slide 2 - Mind map

Noteer in je schrift:
Past simple = verleden tijd
Wanneer: als iets in het verleden is begonnen en afgelopen.

Slide 3 - Slide

Past simple
Is een verleden tijd.
Er zijn regelmatige werkwoorden en onregelmatige werkwoorden!

Slide 4 - Slide

Regelmatige werkwoorden:
work - worked 
= regelmatig want alle werkwoorden worden op dezelfde manier vervormd (met -ed erachter).

Slide 5 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
buy -bought
=onregelmatig want het werkwoord verandert helemaal.
Gelukkig hoeven we de onregelmatige werkwoorden pas volgend jaar te leren. 

Slide 6 - Slide

Noteer in je schrift:
Vorm:  ww+ed

Slide 7 - Slide

Past simple
  • Past simple = verleden tijd
    > vaak in combinatie met tijdsaanduiding: yesterday, last 'week', in 2000, 'two years' ago.
  • Standaardregel = ww + ed 

    Examples
  • I walked to school yesterday.
  • He played in the park last year. 

Slide 8 - Slide

It ________ (to rain) a lot last year.

Slide 9 - Open question

My brother _________ (to wash) his car.

Slide 10 - Open question

We _______ (to watch) a movie last night.

Slide 11 - Open question

Spelling rules
Eindigt op 'e'
+ d
He lived in Dublin.
Eindigt op medeklinker + 'y'
- y + ied
They studied English.
Eindigt op MKM*
verdubbel laatste letter + ed
I stopped the car. 
* MKM = medeklinker > klinker > medeklinker
* klinkers = o e i a u 

Slide 12 - Slide

Noteer in je schrift:
Uitzonderingen:
Het werkwoord eindigt op een -e / alleen d erachter.
Like = liked. Love= loved.
Het werkwoord eindigt op een -y/ verandert in -ied.
Study = studied. Cry = cried.


Slide 13 - Slide

uitzonderingen vervolg
maar 
play -played (vanwege de klinker die voor de y staat.

Slide 14 - Slide

We _______ (to move) to Canada.

Slide 15 - Open question

My mother ______ (to plan) a trip to Mexico.

Slide 16 - Open question

I ________ (to hurry) back home.

Slide 17 - Open question

My boyfriend ________ (to receive) a letter from the army.

Slide 18 - Open question

She ________ (to admit) that she was wrong.

Slide 19 - Open question

They _______ (to carry) the heavy bags.

Slide 20 - Open question

Noteer in je schrift:
Signaalwoorden:
yesterday, in 2005, a week ago, last year

Slide 21 - Slide

Do you understand the grammar? Give yourself a grade between 1-10.

Slide 22 - Open question