Meesterproef oefenrecensie schrijven ILse

Recensie schrijven
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Recensie schrijven

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een recensie schrijven over en kort verhaal.

Slide 2 - Slide

Wanneer lees je wel eens een recensie (review)?

Slide 3 - Mind map

Heb je wel eens een recensie (review) geschreven? Waarom deed je dat?

Slide 4 - Mind map

Waarom schrijf je een recensie?
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn).

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keuze maken. 
Je gaat  een recensie schrijven over een boek dat je hebt gelezen.

 Als je voorbeelden zoekt, kun je kijken op: https://www.hebban.nl/Search?q=Mirjam+Mous

Slide 5 - Slide

We lezen  een kort verhaal. In deze les ga je in een groepje een oefenrecensie schrijven van dit verhaal voor een formatief cijfer. Je schrijft de recensie in een groepje.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Aan de slag


We gaan nu stap voor stap een recensie schrijven.


Slide 8 - Slide

Een recensie bestaat uit 3 delen
Inleiding
kern
slot

Slide 9 - Slide

Deel 1: Inleiding (alinea 1)
  1. Kies een interessant fragment uit het gelezen verhaal waarmee je de aandacht van de lezer van de recensie schrijft. Schrijf dat fragment op.
  2. Schrijf de naam en de schrijver van het verhaal en beschrijf in een paar zinnen waar je het verhaal over gaat.
  3. Geef in één zin aan wat je van het verhaal vindt.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Aan de slag met de inleiding

  • Voer eerst de drie opdrachten uit van de vorige dia. 
  • Voeg de drie opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van.  Is dat gelukt, dan is je inleiding klaar!

Slide 11 - Slide

Opbouw van de alinea's in de kern
De kern heeft drie alinea's.
Elke alinea in de kern heeft de volgende indeling:
  1. Je eerste zin is de kernzin (boodschap). Hierin staat het beoordelingswoord. 
  2. In de zin(nen) daarna geef je uitleg (argumenten).
  3. Tot slot geef je een voorbeeld, dat je argument nog meer verduidelijkt.

Kijk

Slide 12 - Slide

Kern: alinea 2
Omcirkel op het opdrachtenblad een van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Spannend-Saai
  2. Veel actie- Er gebeurt weinig
  3. Boeiend- Niet boeiend

Slide 13 - Slide

Beoordelingswoord 1 gekozen en nu?
Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 14 - Slide

Schrijf alinea 2
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea (denk aan het voorbeeld op slide 16).
Let bij het schrijven van alinea 2 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 15 - Slide

Kern: alinea 3 
Omcirkel op het opdrachtenblad  een van onderstaande beoordelingswoorden.
  1. Het verhaal is in begrijpelijk taal geschreven- Het verhaal is geschreven in taal die lastig te begrijpen is.
  2. Leerzaam - Niet leerzaam
  3. Het verhaal is in een logische volgorde geschreven - Het verhaal zit ingewikkeld in elkaar.

Slide 16 - Slide

Beoordelingswoord 2 gekozen ?

Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 17 - Slide

Kern: alinea 4
Omcirkel op het opdrachtenblad een van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Laat me meeleven - Doet me niets
  2. Grappig -Droevig
  3. Ik snap de keuzes van de hoofdpersoon- Ik zou andere keuzes maken dan de hoofdpersoon

Slide 18 - Slide

Beoordelingswoord 3 gekozen?


Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 19 - Slide

Schrijf alinea 4
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea (denk aan het voorbeeld op  slide 16).
Let bij het schrijven van alinea 3 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 20 - Slide

Aan de slag met het slot
  • Voer eerst de twee opdrachten uit van de volgende dia.
  • Voeg de twee opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van. Is dat gelukt, dan is je slot klaar.

Slide 21 - Slide

Deel 3: slot (alinea 5)
  1. Voor wie/voor welke lezer vind jij dit een goed verhaal? Je kunt iets gebruiken van wat je hierboven al gebruikt hebt.
  2. Sluit af met een goede slotzin!

Slide 22 - Slide

Bedenk een passende titel
Dit mag niet de titel van je boek zijn.

Slide 23 - Slide

Herlees en herschrijf je recensie
Lees je recensie grondig door en let daarbij op de 6 kenmerken van een goede tekst.

  1. inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 24 - Slide

Feedback 
Laat je recensie lezen door een klasgenoot. Je klasgenoot geeft feedback  aan de hand van de 6 kenmerken van een goede tekst.

  1. inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 25 - Slide

Je recensie is bijna af!

Verwerk de feedback van je klasgenoot.

Ben je tevreden?

Slide 26 - Slide

De eindversie
  • Werk in tweetallen/drietallen/viertallen.
  • Maak van jullie recensies één recensie. Kies de beste inleiding, kernalinea’s en slot. Maak een nieuw document aan. Noem je document "recensie + jullie namen"
  • Lever de recensie van je tweetal in via Teams. Vergeet niet jullie namen ook onderin het document te zetten.

Slide 27 - Slide