1.1 organismen

1.1 organismen
Organen en cellen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.1 organismen
Organen en cellen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
- Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.
- Je kunt levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijd en voorbeelden van ontwikkeling geven. 

Slide 2 - Slide

Levenskenmerken
- alle levende wezens organismen (bacteriën, schimmels, planten en dieren).
- Organismen kun je herkennen aan de negen levenskenmerken: 
- Organismen kunnen zich voortplanten.
- Organismen kunnen groeien. Soms kan er ontwikkeling plaatsvinden (verandering in de bouw van een organisme), zoals tanden, puberteit etc. 
- organismen reageren op prikkels, zoals bewegen.
- Bij organismen vindt stofwisseling plaats; o.a. voeding, ademhaling en uitscheiding.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Geslachtsorganen die beginnen te werken is een voorbeeld van....
A
groei
B
ontwikkeling
C
stofwisseling
D
reageren op prikkels

Slide 5 - Quiz

Een mens is een voorbeeld van een organisme
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

ademhaling, voeding en uitscheiding zijn een voorbeeld van
A
groei
B
stofwisseling
C
voortplanting
D
bewegen

Slide 7 - Quiz

We spreken pas van ontwikkeling als er een verandering is in de bouw van een organisme
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Stofwisseling 
- In je lichaam worden stoffen omgezet in andere stoffen (stofwisseling), bijv. energie komt vrij. 
levenskenmerken die bij stofwisseling horen:
- organismen voeden zich. Voedingsstoffen zijn nodig om in leven te blijven.  
- Voedingsstoffen worden in het lichaam omgezet, maar hiervoor is zuurstof nodig, via ademhaling. 
- Bij stofwisseling ontstaan er afvalstoffen die het lichaam weer uit moeten. 

Slide 9 - Slide

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Uitscheiding
C
Ademhaling

Slide 10 - Quiz

Alle organismen ademen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Groei en ontwikkeling
- Levensloop (geboren, groeien, ontwikkelen, sterven).
- Tijdens de levensloop vindt groei en ontwikkeling plaats:
- lichamelijke groei en ontwikkeling = je wordt groter, verhoudingen veranderen. (stopt ongeveer als je 18 jaar bent)
-  geestelijke groei en ontwikkeling = verandering in je gevoel, kennis of je mening. (gaat nog door ver na je 18e levensjaar) 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij groei veranderd de bouw van een organisme
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Je smaak in muziek veranderd dit is....
A
lichamelijke groei en ontwikkeling
B
geestelijke groei en ontwikkeling

Slide 15 - Quiz

Je begint andere kleren te dragen, dit is...
A
lichamelijke groei en ontwikkeling
B
geestelijke groei en ontwikkeling

Slide 16 - Quiz

Je bent langer geworden, dit is....
A
lichamelijke groei en ontwikkeling
B
geestelijke groei en ontwikkeling

Slide 17 - Quiz

Een vrouw begint borsten te krijgen, dit is...
A
lichamelijke groei en ontwikkeling
B
geestelijke groei en ontwikkeling

Slide 18 - Quiz

Levensfasen
- Een levensfase is een periode met bepaalde kenmerken.
- Levensfasen duren niet bij iedereen even lang.
- Levensfasen zijn te verdelen in: baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene, oudere 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een man 85 heeft last van dementie dit is een kenmerk van...
A
een peuter
B
een puber
C
een volwassene
D
een oudere

Slide 21 - Quiz

Je zit in de levensfase van een adolescent als je tussen de ....... jaar oud bent.
A
16 - 21
B
6- 12
C
12 - 16
D
4 - 6

Slide 22 - Quiz

Een kind is tussen de 1,5 en 4 jaar, dan spreken we van een...
A
baby
B
peuter
C
kleuter
D
schoolkind

Slide 23 - Quiz

Maken
Opdracht 1 t/m 7

Slide 24 - Slide