Herhalingsles thema 3 & 4

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Herhalingsles thema 3 & 4

Lowan

Welk woord hoor je?

1. de familie
2. het gezin
3. de ouders
4. de broer

Waar zie je de opa?

de of het?

..... ouders

1. de
2. het

de of het?

..... kleinkind

1. de
2. het

de of het?

..... ouders

1. de
2. het

de moeder

het gezin

de zoon

de vader

de dochter

Welk woord hoor je?

1. de oom
2. de tante
3. de nicht
4. de neef

Waar zie je de jongen?

de of het?

..... kind

1. de
2. het

de of het?

..... nicht

1. de
2. het

de of het?

..... vrouw

1. de
2. het

de tante

de nicht

de jongen

het meisje

de vriend

de neef

Welk woord hoor je?

1. de klasgenoot
2. de baas
3. de baby
4. de volwassene

Waar zie je de puber?

de of het?

..... team

1. de
2. het

de of het?

..... collega

1. de
2. het

de of het?

..... schoolkind

1. de
2. het

de peuter

de volwassene

de kleuter

de baas

de buren

Welk woord hoor je?

1. scheiden
2. alleenstaand
3. verliefd
4. trouwen

Waar zie je de verjaardag?

de of het?

..... bruiloft

1. de
2. het

de of het?

..... begrafenis

1. de
2. het

de of het?

..... geboorte

1. de
2. het

alleenstaand

samenwonen

de bruiloft

de geboorte

scheiden

verliefd

Waar zie je de sla?

Welk woord hoor je?

1. de tomaat
2. de druiven
3. de banaan
4. de sinaasappel

de of het?

..... ui

1. de
2. het

de of het?

..... fruit

1. de
2. het

de of het?

..... groente

1. de
2. het

de komkommer

de appel

de peer

de sinaasappel

de banaan

Welk woord hoor je?

1. het zout
2. het brood
3. het water
4. de kruiden

Waar zie je de kruiden?

de of het?

..... brood

1. de
2. het

de of het?

..... olie

1. de
2. het

de of het?

..... peper

1. de
2. het

de kaas

de olie

de worst

de hagelslag

de thee

de koffie

Welk woord hoor je?

1. de kip
2. de vis
3. het mes
4. het ontbijt

Waar zie je de vork?

de of het?

..... mes

1. de
2. het

de of het?

..... rijst

1. de
2. het

de of het?

..... avondeten

1. de
2. het

de vis

de pasta

de kip

de rijst

de soep

Welk woord hoor je?

1. het glas
2. het koekje
3. het snoepje
4. het bord

Waar zie je de beker?

de of het?

..... cola

1. de
2. het

de of het?

..... linzen

1. de
2. het

de of het?

..... kiwi

1. de
2. het

de frisdrank

de honger

het ei

de beker

de yoghurt

de kiwi

Hoe ging het bij jou?

😒🙁😐🙂😃