Leslijn sem 4 week 7: Kinderen die zich anders ontwikkelen, problemen in de spraaktaalontwikkeling

Leslijn week 7 sem 4
Stage Opdracht 4.4.2
"Kinderen die zich anders ontwikkelen!"
1 / 45
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leslijn week 7 sem 4
Stage Opdracht 4.4.2
"Kinderen die zich anders ontwikkelen!"

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Indeling lesuren
  1. Theorie Behorend bij de stage opdracht 4.4.2.
  2. Theorie Behorend bij de stage opdracht 4.4.2.
  3. Uitleg opdracht 4.4.2 en voorbeeld begeleidingsplan
  4. Zelfstandig werken aan opdrachten sem 3/4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

semester overzicht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Aan het eind van deze les weet ik wat ik moet doen bij stage-opdracht 4.4.2 en weet ik hoe ik een begeleidingsplan invul
  • Ik ken de theorie behorend bij de opdracht en weet hoe kinderen zich anders ontwikkelen op spraaktaalgebied 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesuur 1 en 2
Theorie behorend bij opdracht 4.4.2

Problemen in de taal- spraakontwikkeling

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Deze week centraal
Noodplan: drie weken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theorie Kolb en Gardner
Korte herhaling hiervan

Dit heb je nodig bij het invullen van je begeleidingsplan
(leslijn opdracht 4.4.2)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Leerstijlen KOLB

  • Doener; leert vooral door concreet te ervaren en actief te experimenteren
  • Dromer/Bezinner; heeft een groot voorstellingsvermogen en leert vooral door te ervaren en ruimte te krijgen om zaken te overdenken.
  • Denker; leert vooral door waar te nemen en te overdenken
  • Beslisser; leert vooral door theorie in de praktijk uit te voeren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Meervoudige intelligentie
Gardner
Kinderen hebben verschillende manieren  en ingangen van en tot leren.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat gebruik je van KOLB en Gardner bij opdracht 4.4.2?
In je begeleidingsplan bij stap 1 beschrijf je welke voorkeur van leren jouw leerling heeft en waarom.
Je koppelt de theorie aan de praktijk


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf je dit op in je begeleidingsplan bij stap 1? Voorbeeld:
"Dit kind houdt heel van de natuur en speelt graag buiten. Hij is zeer geïnteresseerd in planten en bomen. Hij heeft een naturalistische intelligentie."
"Hij is een doener, want hij leert nieuwe dingen op school door vooral zelf te ervaren; dit kind jogt liever de tafel van 5  dan  dat hij een filmpje ervan ziet."

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kinderen die zich anders ontwikkelen
Problemen in de spraaktaalontwikkeling

Hoofdstuk 7 boek Onderwijsassistent 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Spraakontwikkeling
Ontwikkeling rondom het spreken en articuleren en het leren herkennen en uitspreken van spraakklanken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Taalontwikkeling
Het luisteren naar, leren en toepassen van communicatieve regels, waardoor het kind taal kan inzetten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

kenmerken gezonde ontwikkeling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voortalige periode
0-1 jaar
Vroegtalige periode 
1-2,5 jaar
Differentiatiefase
2,5-5 jaar

Voltooiingsfase
5-10 jaar
huilen en geluiden waarnemen
twee- en meerwoordsfase
Taalniveau aanpassen aan de gesprekspartners
Leren lezen en schrijven
Gelijk lopen van taalbegrip en cognitieve ontwikkeling
Woorden combineren en verbuigen
Brabbelen en stem ontdekken
Toename van de woorden
schat
besef dta taal is opgebouwd uit regels en afspraken

Slide 20 - Drag question

Oefening om theorie te doorgronden
Mijlpalen in de taalontwikkeling
  1. Klankontwikkeling (brabbelen)
  2. woordenschatontwikkeling (nieuwe woorden leren)
  3. grammaticale ontwikkeling (zinsbouw, meervoud enz)
  4. Communicatieve ontwikkeling (effectief informatie uitwisselen)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Mijlpalen in de taalontwikkeling
5. metalinguïstische ontwikkeling: (na leren denken over taal, bijvoorbeeld taalspelletjes doen: "kok is een palindroom, lol ook"
6. Schriftelijke taalontwikkeling: Gebruik leren maken van geschreven taal: verjaardagskaart schrijven

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Taalproblemen en taalontwikkelingsstoornissen
Hoofdstuk 7
Boek onderwijsassistent

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Verschil
Een kind heeft een taalachterstand wanneer het achterblijft op het gebied van spraak en taal ten opzichte van leeftijdsgenoten en daar last van heeft. Het is in principe tijdelijk.

Met behulp van extra training en ondersteuning kan deze achterstand worden ingelopen. Dit is zeker het geval wanneer een taalachterstand wordt opgespoord voordat een kind zeven jaar is. 

Bij een taalontwikkelingsstoornis verloopt de spraak- en taalontwikkeling anders dan bij leeftijdsgenootjes. Het gaat om een blijvende stoornis. Extra hulp wordt ingezet om klachten te verminderen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschillen 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Taalontwikkelingsstoornis

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Opdracht: Ga naar de site van Kentalis
Onderzoek en lees hierop:
Wat is een Tos?
Hoe behandel je een TOS op school?
Tips voor jouw als onderwijsassistent?
timer
15:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Welke tips heb jij gevonden op de site die je kan gebruiken om om te gaan met een kind met Tos?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

tweetaligheid en geletterdheid
Moedertaal (T1): die kent het  kind het beste en leert het het eerst
NT2 (Nederlands als tweede taal): Nederlands is de tweede taal van het kind

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Tweetaligheid
Binnen de communicatie wordt er afwisselend gebruik gemaakt van twee talen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Twee vormen:
Simultane tweetaligheid: op jonge leeftijd leert het kind tegelijk meerdere talen

Successieve tweetaligheid: het kind groeit op met 1 taal. Het komt op later leeftijd in aanraking met een tweede taal. Het kind leert de taal door te vertalen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

tweetalig opvoeden
  • praten in je moedertaal
  • Eén persoon, één taal
  • Eén situatie, één taal

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Praten in je moedertaal
Er is sprake van een andere moedertaal dan het Nederlands bij de ouders. Thuis wordt er consequent in de eigen moedertaal gepraat. Het kind leert die taal goed spreken. 

Het ontwikkelt het taalgevoel dat nodig is voor het aanleren van taal. Het is wenselijk om het kind vanaf de peuterleeftijd naar bijvoorbeeld de peuterspeelzaal te laten gaan. Zo kan het kind de Nederlandse taal verwerven.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Eén persoon, één taal
Het kind leert twee talen tegelijk. De ene ouder spreekt consequent de Nederlandse taal, de andere ouders spreekt consequent de moedertaal. 

Belangrijk is dat de ouder die Nederlands spreekt deze taal ook goed beheerst.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Eén situatie, één taal
Er zijn vaste situaties waarin een bepaalde taal gesproken wordt, naast de Nederlandse taal

Er wordt voor gekozen om bijvoorbeeld tijdens het eten een andere taal dan het Nederlands te spreken. Dit kan alleen wanneer alle gezinsleden voldoende Nederlands spreken.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Methoden voor NT2:


Er zijn verschillende methodes ontwikkeld voor de ondersteuning van kinderen die Nederlands als tweede taal hebben.

Wie heeft voorbeelden hiervan op stage gezien?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Laaggeletterdheid:
mensen tussen de 16 en 65 jaar die moeite hebben met lezen, schrijven, cijfers, rekenen of alledaagse technologie


Uit onderzoek: 10% van de kinderen van groep 8 lopen risico op laaggeletterdheid

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Lesuur 3
Uitleg opdracht 4.4.2

De docent start een andere ppt op behorend bij de opdracht 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Lesuur 4:
Zelfstandig werken aan opdrachten van semester 3 en 4

Oefenen met het invullen van een begeleidingsplan:
bijlage 1 op cum laude  

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij gedaan van de opdrachten van de leslijn aan het eind van dit zelfstandig werkuur?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Ik heb mijn vooraf beschreven doel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

This item has no instructions

Ik weet nu meer over problemen in de spraaktaalontwikkeling en kan aan de slag met stage-opdracht 4.4.2
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

This item has no instructions