2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980

Vandaag


2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980



1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag


2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980



Slide 1 - Slide

2.3 Globalisering tot 1980
een terugblik
Leg uit welke rol hegemoniale staten hebben gespeeld in de globalisering van de wereld vanaf de koloniale tijd.

Wat is het verband tussen het centrum-periferiemodel en het koloniale verleden?

Slide 2 - Slide

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:
  • Mno’s omspannen de wereld en zijn verbonden via netwerken
  • Deregulering en liberalisering, de grenzen gaan open (onder andere China, India en voormalige Sovjet Unie)
  • Transport- en communicatietechnologie in stroomversnelling = tijdruimtecompressie

Slide 3 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Ontstaan van een nieuwe internationale arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving. Hoe ziet die nieuwe verdeling eruit?

Centrum
  • Commando (beslis)centra van de bedrijven
  • Research & Development (R&D)
  • Marketing

(Semi)periferie
  • Maakindustrie
  • Lagere dienstverlening  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is het verband?

Slide 6 - Slide

Wat heeft deze grafiek te maken met doorschuiving?

Slide 7 - Slide

Nieuwe afzetmarkten
Mno’s gaan opzoek naar nieuwe afzetmarkten. Waarom zal IKEA zich vestigen in China?

Slide 8 - Slide

De triade
Noord-Amerika, de EU en Oost-Azië beheersen de wereldhandel en worden samen de triade
genoemd.

De internationale goederen-
en kapitaalstromen verlopen
voornamelijk tussen
Noord-Amerika, de EU en
Japan.

Slide 9 - Slide

Fast world, slow world en fragmentarisch modernisering

Slide 10 - Slide

Verschillen binnen een regio
Regionale ongelijkheid kan optreden wanneer centrum-gebieden de armere regio’s afromen.
Het centrum onttrekt dan bijvoorbeeld arbeid, kapitaal en grondstoffen aan de periferie.

De periferie komt zo in een negatieve spiraal en krijgt te maken met backwash-effecten.

Het centrum ervaart juist positieve spread-effecten.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is de kern van de nieuwe internationale arbeidsverdeling?
A
Productieketen wordt uitgeschoven naar lagelonenlanden
B
De global shift en de opkomst van de 4de sector
C
NGO's versus MNO's
D
De tegenstelling tussen de fast en de slow world

Slide 13 - Quiz

Sleep de ruimtelijke gevolgen van globalisering naar de juiste plaats
Nieuwe afzetmarkten
Verplaatsen van de maakindustrie
MNO's zijn steeds weer op zoek naar de goedkoopste mogelijkheden.
MNO's doen alleen wat een ander niet kan.
Slow world en fast world
Uitschuiving
Klanten in opkomende landen
Doorschuiven
Core business
Verbrokkeling

Slide 14 - Drag question

TIJDLIJN globalisering
va. 1975:
Steeds meer multinationale ondernemingen (MNO's)
va. 1980:
1. Productie wordt verplaatst naar arme landen (nieuwe int. arbeidsverdeling)
2. Welvaart verschuift in wereldsysteem (meer welvaart naar semi-periferie)

1990:
Handels-belemmeringen vallen weg:
- EU
- China en India openen grenzen
Steeds meer verbondenheid, door:
1. Transport
2. Communicatie

Slide 15 - Slide

2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980
Leerdoelen:
  • Je weet waarom het merendeel van de handels- en investeringsstromen zich afspeelt binnen en tussen het triadisch netwerk.
  • Je begrijpt dat door verandering van de internationale arbeidsverdeling ook de positie van landen in het wereldsysteem verandert.
  • Je begrijpt dat globalisering leidt tot eenwording en verbrokkeling en ook tot vergroting van de sociale en regionale ongelijkheid.

Slide 16 - Slide