NN6 H3 - Lezen H3 (2)

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Boek niet bij je? Aan de slag met werkwoordspelling (boekje ligt op de kast).
timer
12:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Boek niet bij je? Aan de slag met werkwoordspelling (boekje ligt op de kast).
timer
12:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Lezen H3: Argumentatie (1)

Aan het eind van de les:
  • kun je onderscheid maken tussen standpunt en argument;
  • kun je onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten;
  • kun je een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 2 - Slide

Standpunt of mening
Wat iemand vindt

Let op: dit wordt soms beschreven als een vaststaand feit.
'Windmolens verpesten het uitzicht!'

Slide 3 - Slide

Argument(en)
Waarom iemand iets vindt

Argumenten vormen de onderbouwing van het standpunt of de mening.

Slide 4 - Slide

Argumentatie
  • standpunt of mening
  • argumenten

  • feitelijke argumenten (kun je controleren)
  • waarderende argumenten
      (kun je niet controleren, heeft te maken met
       persoonlijke smaak en emotie)

Slide 5 - Slide

Wat is het standpunt in deze zin?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want dat is een dichtbevolkte stad.

Slide 6 - Open question

Is het argument in deze zin feitelijk of waarderend?

Ik ga liever niet mee naar Parijs, want dat is een dichtbevolkte stad.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 7 - Quiz

Wat is het standpunt in deze zin?

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen, dus we kunnen beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.

Slide 8 - Open question

Is het argument in deze zin feitelijk of waarderend?

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen, dus we kunnen beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 9 - Quiz

Opdracht 1

 1 Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, (S)
    want de temperatuur komt vandaag niet boven nul. (A – feitelijk)
2 Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. (A –waarderend)
    Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen. (S)
3 Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. (S)
    Jij bent immers dol op natuurfilms. (A – feitelijk)
4 De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; (A – waarderend)
    daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival. (S)
5 Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, (A – feitelijk)
    moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar. (S)
6 De gemeente moet hier bomen planten. (S)
    Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen. (A – waarderend)

Slide 10 - Slide

Enkelvoudige argumentatie


Meervoudige argumentatie

 


De schrijver geeft één argument bij zijn standpunt.
De schrijver geeft meerdere argumenten bij zijn standpunt.

Slide 11 - Slide

Enkelvoudige argumentatie
Bij het standpunt wordt maar één argument gegeven
want
dus
Argumentatieschema

Slide 12 - Slide

Nevenschikkende argumentatie
Vorm van meervoudige argumentatie.
Bij een standpunt worden meerdere argumenten gegeven.
Elk argument staat op zichzelf.

Slide 13 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Vorm van meervoudige argumentatie
Een argument wordt ondersteund door een ander argument.
dus
want

Slide 14 - Slide

OPDRACHT
Maak (alleen of in tweetallen) een blokjesschema bij het standpunt + de argumenten op de volgende slide. Kies uit enkelvoudige, nevenschikkende of onderschikkende argumentatie.

Slide 15 - Slide

Enkelvoudige 
argumentatiestructuur
De school wilde het aantal vrouwelijke collega's vergroten.

Er werkten namelijk maar twee vrouwen op de school

Slide 16 - Slide

De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten. Er werkten namelijk maar twee vrouwen op de school. 
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want ze heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 
timer
2:00

Slide 18 - Slide

Onderschikkende argumentatiestructuur
Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster.
Zij heeft ruime ervaring in die branche.
Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt

Slide 19 - Slide


Omdat zij veel kennis heeft, moet ze de opvolgster van onze coach worden. 
timer
2:00

Slide 20 - Slide

Enkelvoudige argumentatiestructuur
Zij moet de opvolgster worden van onze coach.

Omdat zij veel kennis heeft.

Slide 21 - Slide

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want ze heeft al veel ervaring en een positieve uitstraling. Bovendien willen we een vrouwelijke coach. 
timer
2:00

Slide 22 - Slide

Nevenschikkende argumentatiestructuur

Zij moet de opvolgster worden van onze coach.
↑                                                                       ↑                                                      ↑
Want zij heeft al veel ervaring        Zij heeft een positieve uitstraling           Bovendien willen we een vrouwelijk coach.

Slide 23 - Slide

Opdracht deze les
Lees de tekst. Markeer signaalwoorden, kernzinnen, etc. 
Maak zelfstandig Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5.

De eerste tien minuten werk je zelfstandig. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je. 

Klaar? 
Maak een samenvatting van de theorie van De Brug
 + Lezen H1, H2
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Zet onderstaande kenmerken bij het juiste begrip.
standpunt
waarderend argument
nevenschikkend argument
Je kunt er maar moeilijk door ademen.
Ik vind dat mondkapjes niet terug moeten komen.
Het is niet wetenschappelijk bewezen dat ze voldoende bescherming bieden.

Slide 25 - Drag question

Zet onderstaande kenmerken bij het juiste begrip.
standpunt
onderschikkend argument
feitelijk argument
waarderend argument
Ze zijn alleen bezig met zichzelf aan de macht te houden
Dit is slecht voor het ecosysteem
De regering moet meer doen voor een beter milieu
Als ze niet drastischer ingrijpen, dan zullen veel diersoorten uitsterven

Slide 26 - Drag question