1A - Kennismaking met C#

Inleiding programmeren in C#
Programming C# - I
Week 1A

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Inleiding programmeren in C#
Programming C# - I
Week 1A

Slide 1 - Slide

Einddoel
Aan het eind van deze module ben je in staat om een eenvoudige interactieve applicatie (één scherm) te maken in C# 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Visual Studio gebruiken als ontwikkelomgeving.
  • Kennis maken met de syntax van C#.
  • C# gebruiken voor het maken van een Console- of Windows Forms applicatie.
  • Eenvoudige applicaties bouwen waarbij je kennis maakt met verschillende programmeer principes.
  • Vooral in de eindopdrachten wordt je uitgedaagd om echt te programmeren, dus ook het bedenken van een oplossing voor de opdrachtgever

Slide 3 - Slide

Deze les
  • Installatie van Visual Studio.
  • Bespreken opbouw van de lessen.
  • Het aanmaken van een project
  • Basis theoretische achtergrond
  • Je eerste Console Applicatie in C# maken.
  • Hoofdstuk 10 uit het moduleboek.

Slide 4 - Slide

Installatie Visual Studio
  • Installatie duurt lang dus deze start je alvast op.
  • Download via https://visualstudio.microsoft.com/vs/community/
  • Voer het bestand uit en kies bij Workloads voor .Net Development en klik op Install.
  • Zodra de installatie is gestart
     bij iedereen gaan we verder

Slide 5 - Slide

Herhaling
  • Veel begrippen die je in voorgaande modules tegen bent gekomen worden opnieuw behandeld.
  • Je kunt deze module ook volgen als je nog geen basiskennis hebt maar het is dan wat pittiger.
  • Herhalen is belangrijk om het vak onder de knie te krijgen. Volg de instructie en lees alles goed door ook al denk je het al te kennen.
  • Veel punten lijken herhaling maar we gaan een stukje verder.

Slide 6 - Slide

Het moduleboek
  • Geschreven als een boek.
  • Bij opdrachten stap voor stap begeleiding.
  • Complexiteit van de opdrachten neemt toe.
  • Eindopdrachten met minder begeleiding.

Slide 7 - Slide

Opbouw van de module
3 lessen per week
    - Terugkoppeling
    - Gezamenlijke opstart / Theorie bespreking
    - Opdrachten uitvoeren
    - Eindopdracht wordt iedere week ingeleverd op It's Learning.
Week 6 - Feedback moment (Toets)
Week 10 - Feedback moment (Toets)

In het moduleboek staat alle uitleg, ook de instructie uit deze presentatie !

Slide 8 - Slide

Boek
  • Lessen sluiten aan op dit boek.

  • Mag je aanschaffen maar is niet verplicht.

  • Iets andere uitleg en extra/andere oefeningen.
     Kan handig zijn als je wat meer  moeite hebt
     met de lessen.

isbn: 978-90-5752-387-8

Slide 9 - Slide

Wat is C#
  • C# is een door Microsoft ontwikkelde programmeertaal, die wereldwijd wordt gebruikt bij het ontwikkelen van zakelijke applicaties en games
  • Programmeren op basis van objecten, classes, methoden en properties.

In de volgende slides komen de begrippen nog eens terug.
Je hoeft niet alles in één keer te onthouden. Het is vooral belangrijk dat je de begrippen hebt gezien en globaal weet wat ze doen.

Slide 10 - Slide

Class
  • Een class kun je zien als een bouwtekening van een object. 
  • Om het makkelijker uit te leggen doen we dit aan de hand van een auto.
  • De class is in dit geval de blauwdruk van een auto.

Slide 11 - Slide

Object
  • Een object is gebouwd op basis van de class
  • In dit geval is het object een gebouwde Audi op basis van de blauwdruk (class)
  • Het object is dus uniek want het heeft specifieke  eigenschappen. 

Slide 12 - Slide

Properties
  • Properties zijn letterlijk vertaald de eigenschappen van een object.
  • Een aantal properties van de auto zijn:
       Auto.Kleur = zwart
       Auto.AantalDeuren = 4
       Auto.Verlengd = ja

Slide 13 - Slide

Wat zouden nog meer properties van deze auto kunnen zijn?

Slide 14 - Open question

Methode
  • Een method is een stukje functionaliteit dat wordt toegevoegd aan een object waardoor het object iets kan ‘uitvoeren’.
  • In het geval van de auto kan remmen een methode zijn.

       Auto.Remmen()

Slide 15 - Slide

Wat zouden nog meer methodes van deze auto kunnen zijn?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Aanmaken van een project
  • In de volgende video wordt uitgelegd hoe je een project kunt aanmaken in Visual Studio.
  • In de video wordt een Windows Forms App (.Net Framework) aangemaakt.
  • Het aanmaken van een Console project werkt hetzelfde alleen kies je bij Template voor een Console App (.Net Framework)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Properties Venster
In dit venster kun je alle eigenschappen van objecten vinden zoals bijvoorbeeld knoppen, invulvelden en andere items. 
Solution Explorer
In dit venster kun je de hele structuur van het project vinden waaronder de bestanden en instellingen.
Toolbox
In de toolbox staan de objecten welke je in je formulier kunt gebruiken zoals knoppen, tekstvelden, labels etcetera.
Hoofdvenster
In dit venster maak je je formulier of schrijf je jouw code
Error List
In dit venster komen foutmeldingen te staan als je je programma aan het maken bent. Met deze meldingen kun je je fouten opsporen en verhelpen.

Slide 20 - Slide

Hoe ziet dit in code eruit?

Slide 21 - Slide

Hoe ziet dit in code eruit?
Property - BackGroundColor
Deze eigenschap zorgt ervoor dat de achtergrond van de console app een andere kleur krijgt.
Methode - WriteLine()
Deze methode zorgt ervoor dat het object Console iets op het venster kan schrijven.
Class
Object - Console
De Console is een object wat komt uit de class Console welke in je systeem bibliotheek aanwezig is.
Libraries
Dit zijn verzamelingen van classes, objecten en methoden welke je kunt gebruiken in je applicatie. 

Slide 22 - Slide

De Scope bepalen
{     }                                                               ;

Slide 23 - Slide

Conventies
  • Gebruik zelfstandige naamwoorden of zinnen met een zelfstandig naamwoord voor classes.
  • Gebruik PascalCase voor classes, properties en bestandnamen.
  • Gebruik camelCase voor fields, variabelen en argumenten. 
  • Gebruik zo min mogelijk afkortingen.
  • Gebruik geen – (streepje of minteken) en liever ook geen _ (underscore).

Slide 24 - Slide

Conventies
Nog geen fields, variabelen
en argumenten.
Methode, Property en Class 
staan in PascalCase

Slide 25 - Slide

 Je eerste C# applicatie
  • Ga in het moduleboek naar hoofdstuk 10.
  • Lees indien nodig de theorie nog eens door.
  • Maak de opdracht 10.2, 10.6 , 10.7 en 10.8

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide