Les 2- p2- A2B/H2C- Me gusta bailar

Unidad 4; Me gusta bailar
Bachata- República Dominicana
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Unidad 4; Me gusta bailar
Bachata- República Dominicana

Slide 1 - Slide

Xtreme- Te extraño

Slide 2 - Slide

aventura- el malo

Slide 3 - Slide

Bachata
- Afkomstig uit de Dominicaanse Republiek
- Romantische muziek
- ingewikkelde bewegingen in de dans
- Bachata= feestvreugde/ontstuimig plezier. 
- een vorm van stijldansen (altijd met partner)

Slide 4 - Slide

Toetsstof: 
  • Vocab 4.1 t/m 4.4 in beide richtingen 
  • Frases clave p.6-7

  • Ontkenning (Negación) (gram. nr. 17ab) 
  • Zeggen hoe vaak je iets doet (gram. nr. 20) 
  • Kloktijden (gram. nr. 22, TB p.58 gele strook) 
  • Getallen 0-100 (TB. p. 97) 
  • Werkwoord Gustar (gram. nr. 34ab) 
  • Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (presente) (gram. nr. 35) 
  • Onregelmatige ik-vorm (gram. nr. 39-40) 
  • Onregelmatige werkwoorden: ir, jugar, dormir, acostarse, levantarse (gram. nr. 41, 43, 44, 47) 
Vocab. 4.1 + 4.2 alleen S-N. 
+ gram. nr 17ab (ontkenning) + 25 (ser), 26 (tener), 28 (llamarse), 34ab (gustar), 35 (regelmatige ww) + 41 (ir) + getallen 0-100 (TB p.97)  

10% extra op de toets

Slide 5 - Slide

La planificación
Quince minutos: la introducción
Veinte minutos: repasar gustar e ir /corregir los 
                                  deberes
Diez minutos: ontkenning
Diez minutos: P.O.
Diez minutos: preguntas sobre el examen

Slide 6 - Slide

gustar

Slide 7 - Slide

GUSTAR

Slide 8 - Slide


1. Te gusta
2. Les gusta
3. les gusta
4. les gusta
5. le gusta
6. me gusta
7. te gusta
8. les gusta
9. le gusta
10. le gusta
11. nos gustan
12. le gustan

Slide 9 - Slide

Contar- 0-100
Veinte + cuarenta = sesenta
veinte + diez = treinta
diez + diez = veinte
cincuenta + treinta = ochenta
sesenta + cuarenta = cien

setenta + treinta = cien
treinta + cuarenta = setenta
Diez + ochenta= noventa
diez + noventa = cien
cuarenta + sesenta = cien

Slide 10 - Slide

Contar- 0-100
treinta + veinte = cincuenta
treinta + diez = cuarenta
cuarenta + treinta = setenta
setenta + veinte = noventa
sesenta + veinte = ochenta

diez + cuarenta = cincuenta
treinta + diez = cuarenta
sesenta + diez= setenta
veinte + treinta = cincuenta
treinta + treinta = sesenta

Slide 11 - Slide

Contar- 0-100
cincuenta + cuarenta = noventa
setenta + diez = ochenta
treinta + cincuenta = ochenta
sesenta + treinta = noventa
treinta + veinte = cincuenta

Diez + sesenta = setenta
cuarenta + cincuenta= noventa
veinte + ochenta = cien
treinta + cuarenta = setenta
Veinte + diez = treinta

Slide 12 - Slide

La negación

1) Het meest gebruikte woord voor een ontkenning is 'no'.
          Dit woord zet je voor het werkwoord. No + verbo              
               Ej: El autobús no llega al instituto

 2) Wederkerende werkwoorden werken zo:
           no + pronombres reflexivos + verbo
               Ej: No se sienten bien

3) Soms heb je twee negatieve elementen
         No + verbo + element 1 + ni + element 2
            Ej: No como carne ni pescado 
1) Niet: no 
    ej: no vivo aquí. = ik woon hier niet.


2) Nooit: nunca 
    ej: Nunca fui al concierto de Shakira.= Ik ben nooit bij een           concert van Shakira geweest.


3) Niemand: Nadie
     ej: Nadie habla Español = Niemand spreekt Spaans. 




Let op!!! 
Niets: no como nada = Ik eet niks 

Hier staat no voor het verbo en nada ALTIJD achter het ww

Slide 13 - Slide

Manos a la obra
1) Haz: Ej. 27ab P.18 voca ' me gusta bailar'.

Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw, zorg dat anderen hier geen last van hebben.
Je mag oortjes in met muziek. 

Let op, dit is huiswerk!




Eerder klaar? Ga leren voor de toets van morgen.

Slide 14 - Slide

Contar 0-100

Slide 15 - Slide

Mi mejor amigo

  • In week 48 tijdens de les gaan jullie voor kleine groepjes een presentatie geven over een vriend of vriendin. (de deadline voor het inleveren van je filmpje staat op vrijdag 1 dec)
  • De presentatie duurt 1,5 tot 2 minuten. 
  • Het cijfer telt 1x mee.

Slide 16 - Slide

¿Hay preguntas sobre el examen?

Slide 17 - Slide

Los deberes
Estudiar:
El verbo gustar
El verbo ir
Los números 0-100

Hacer: 
Ej. 27ab P.18 voca ' me gusta bailar' 

Slide 18 - Slide