H4 4.7 Grammatica les 1

4.7 Grammatica les 1
Leerdoel:
* het naamwoordelijk gezegde herkennen
* koppelwerkwoorden herkennen

Planning:
Boekpromotie/lezen
Instructie
Aan de slag met grammatica
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.7 Grammatica les 1
Leerdoel:
* het naamwoordelijk gezegde herkennen
* koppelwerkwoorden herkennen

Planning:
Boekpromotie/lezen
Instructie
Aan de slag met grammatica

Slide 1 - Slide

Boekpromotie/lezen
Game on 
Cis Meijer

Slide 2 - Slide

Instructie
Naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden herkennen 

Slide 3 - Slide

Wat is het naamwoordelijk gezegde?
In de zon zijn de beelden prachtig.
Dus het naamwoordelijk gezegde is: 

Slide 4 - Slide

Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde vertelt over wat het onderwerp is.

Slide 5 - Slide

Het naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp) IS (of wordt of blijft).

Slide 6 - Slide

Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?


DOEN of ZIJN

Doen = werkwoordelijk (alleen werkwoorden in gezegde)
ZIJN = naamwoordelijk (ook zn of bn in het gezegde)

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
Je moet de groenten van Hak hebben
DOEN (je BENT het niet!)
werkwoordelijk gezegde: moet hebben

Soms ben ik druk. 
Zijn (je BENT het)
Naamwoordelijk gezegde: ben druk

Slide 8 - Slide

Koppelwerkwoorden (kww)
De belangrijkste koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven

De koppelwerkwoorden in de zin kan je vervangen door een ander koppelwerkwoord? Dat is een ng!

Ik / ben-word-blijf / docent op de Dalton.

Slide 9 - Slide

vervangingsproef...
  • Mijn tante is boos op haar hond.
  • Mijn tante blijft boos op haar hond.
  • Mijn tante wordt boos op haar hond.
  • Dus ... naamwoordelijk gezegde!

Slide 10 - Slide

Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.
Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 
Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 

Ik heb gegeten.
Dit moet verwijderd worden.

Slide 11 - Slide

Grammatica
Aan de slag:
opdracht 1, 2 en 3 (blz. 148-149)


Slide 12 - Slide

Nakijken
Bespreken opdracht 1, 2 en 3

DOEN (werkwoordelijk)
ZIJN (naamwoordelijk)

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Leerdoelen:
* het naamwoordelijk gezegde herkennen
* koppelwerkwoorden herkennen

Volgende les:
Soorten werkwoorden

Slide 14 - Slide