Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Lesson duration is: 135 min
Items in this lesson
Module NLT
Sportprestaties
Slide 1 - Slide
Inhoud van de Module
Maak een meetsysteem met simpele elektronische onderdelen.
Meet sportprestaties en sla de resultaten op voor onderzoek.
Onderzoeken
Modelonderzoek: hoe spronghoogte en gewrichtshoeken samenhangen.
Tweede onderzoek: zelf kiezen wat je wilt onderzoeken.
Slide 2 - Slide
Bewegingstechnologie
Gemaakt in samenwerking met de opleiding Bewegingstechnologie.
Competenties
Analyseren van beweging.
Testen en onderzoeken.
Communicatie, zelfstandig werken, carrièrekansen.
Slide 3 - Slide
Doel van de Module
Combineren van verschillende vakken: (electro)techniek, informatica, natuurkunde, biologie, scheikunde met onderzoeksvaardigheden.
Leer dat je met eenvoudige middelen veel kunt meten aan beweging.
Ontdek functies en beroepen die te maken hebben met mens en technologie.
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze module kun je:
Een meetinstrument met een sensor bouwen en gebruiken bij sport.
Sportprestaties meten en verbeteren met de resultaten.
Onderzoek doen naar je voedingspatroon, dit beoordelen en aanpassen.
Vertellen hoe sensoren werken en hoe je hiermee met een computersysteem metingen kan doen.
Vertellen waar vitamines en mineralen in je voeding voor dienen, en hoeveel je nodig hebt.
Slide 5 - Slide
Wat verwachten we van jullie?
We verwachten van je dat:
Je actief meedoet en een positieve bijdrage levert binnen je groepje.
Je wat leert.
Je zelf initiatief neemt wanneer je ergens vastloopt.
Je je aan veiligheidsinstructies houdt (zeker bij het solderen!)
Lol erin hebt
Coach 7 op je laptop installeert!
Slide 6 - Slide
Groepjes vormen
Vorm een groepje van 3 personen.
Wijs een groepshoofd aan. Dit is het aanspreekpunt van de groep.
Het groepshoofd maakt in Teams een map Sportprestaties (naam groepshoofd, naam teamlid 2, naam teamlid 3) aan.
Het groepshoofd deelt deze map met de teamleden en de docenten:
Het groepshoofd maakt een tekstdocument portfolio aan (en zorg ervoor dat dit gedeeld wordt).
Slide 7 - Slide
Portfolio
Het portfolio bevat:
Inleiding.
Uitwerking van de opdrachten.
Logboek (wie wat wanneer gedaan heeft inclusief opmerkingen)
Deze wordt beoordeeld op:
Inhoud.
Voortgang (houd je aan de deadlines, deadlines missen betekent aftrek!).
Slide 8 - Slide
Portfolio - Meten aan beweging
Opdracht 13:
Breng de verschillende fases van het springen goed in beeld met 5 eigen stickdiagrammen.
Zorg ervoor dat de correcte kniehoek wordt weergegeven, Llt ook op de hoek van de voet met de grond. Kijk ook naar de stand van de armen.
Tip: Laat iemand van jullie groepje springen en bekijk de houding.
Opdracht 15:
Beschrijf vier begrippen over bewegingsregistratie met een verklaring erbij. Kies uit: Bewegingsregistratie, Houding, Kniehoek, Bemonsteren, Hoeksnelheid, Frequentie, Inveren
Slide 9 - Slide
Stickdiagram verspringen
Slide 10 - Slide
Hoe spring je het hoogste?
Dat gaan jij met je groepje onderzoeken, met als onderzoeksvraag:
Wat is de invloed van de beginhoek is op het bereiken van een zo groot mogelijke hoeksnelheid en daarmee een
zogroot mogelijke spronghoogte.
Slide 11 - Slide
Vanuit welke positie spring je het hoogste?
A B C D
Slide 12 - Slide
Wat gaan we doen?
In grote lijnen bestaan de komende lessen uit de volgende stappen
Voorbereiden
Testen
Uitvoeren en verslaglegging
Slide 13 - Slide
De voorbereiding
Je groepje gaat tot in detail uitwerken hoe je dit experiment gaat uitvoeren. Je voorbereiding zet je ook in je portfolio (opdracht 44)
Werkplan opstellen (opdracht 38)
Proefpersonen (iedereen in je groepje) (opdracht 42)
De hoekmeter (opdracht 39 & 40)
De sprongen (opdracht 43)
De hoogtemeting (opdracht 41)
Slide 14 - Slide
De test
Voordat je het echte onderzoek kan gaan doen voer je een gidsexperiment uit:
Check of je werkplan klopt, het meetprotocol in orde is, of je de verwerking goed snapt en alles in grafieken kan gaan zetten.
Slide 15 - Slide
De sprong; een paar metingen
Per persoon maak je een paar prongen. Maar hoe spring je voor dit experiment?
- minimaal inveren
- maximaal inveren
- enkele posities daartussen.
Het mag statisch vanuit bijvoorbeeld een start kniehoek van 180, 150, 120 graden te springen, maar het kan dynamisch met bijvoorbeeld de instructie: veer niet in, veer een beetje in, veer veel in, etc.
Slide 16 - Slide
Uitvoeren en verslaglegging
Opdracht 45 t/m 50 met een beetje Wiskunde voor de hoeksnelheid.
(Door de richtingscoëfficiënt uit te rekenen kun je een hoeksnelheid bepalen)