Th2: B1: Het ordenen van organismen

B1: Het ordenen van Organismen
Th2: Ordening
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B1: Het ordenen van Organismen
Th2: Ordening

Slide 1 - Slide

Doelstelling
  • Je moet de organismen kunnen indelen in  vier rijken. van elk moet je de kenmerken kunnen noemen
  • Je moet kunnen omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren en wat een populatie is
  • Je moet de groepen kunnen benoemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk

Slide 2 - Slide

Wat zijn de verschillen tussen
een dierlijke en een plantaardige
cel?

Slide 3 - Open question

Opdracht: Tekenen
  • Teken in de 4 vakken een cel van een bacterie, een schimmel, een plant en een dier (de 4 rijken)
  • Noteer de onderdelen in de cel
  • Geef de verschillen aan van de verschillende rijken

Slide 4 - Slide

Samenvatting: Bacteriën
  • Celwand
  • Geen celkern
  • Altijd 1-cellig

Slide 5 - Slide

Schimmels
  • Celwand
  • Celkern
  • Geen bladgroenkorrels

Slide 6 - Slide

Planten
  • Celwand
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels

Slide 7 - Slide

Dieren
  • Geen celwand
  • Celkern
  • Geen bladgroenkorrels

Slide 8 - Slide


Soort

  • Organismen die onderling vruchtbare nakomelingen krijgen


Populatie

  • Een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied

Slide 9 - Slide

Indelen van organismen

Slide 10 - Slide

En dan nu....

Maken B1


Huiswerk:

- Afmaken B1

- Bedenk een ezelsbruggetje om de volgorden van het indelen te onthouden

Slide 11 - Slide

De afbeelding is van coccen. Coccen zijn eencellige organismen zonder kern. Tot welk rijk behoren coccen?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 12 - Quiz

In welk rijk of welke andere rijken komen eencellige organismen voor?
A
Bacteriën
B
Bacteriën en Schimmels
C
Bacteriën, schimmels en planten
D
Bacteriën, schimmels, planten en dieren

Slide 13 - Quiz

Welke beweringen zijn juist?
1. De cellen van schimmels hebben een celkern
2. Om de cellen van schimmels bevinden zich celwanden
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen één

Slide 14 - Quiz

Juist of onjuist:
Organismen behoren tot één soort als ze erg veel op elkaar lijken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Persen en siamezen zijn 2 kattenrassen.
Een pers en een siamees zijn 2 verschillende soorten
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Een pers en een siamees kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz