Oefentoets

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je laptop
erbij
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je laptop
erbij

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

Oefentoets

Lesdoel:
Je hebt alle stof opgehaald
en weet wat je moet leren

Slide 2 - Slide

Welk onderdeel van de penis zorgt voor een erectie?
A
Eikel
B
Prostaat
C
Plasbuis
D
Zwellichaam

Slide 3 - Quiz

Bijbal
Zaadleider
Zaadblaasje
Zaadbal
Prostaat
Plasbuis
Zwellichaam

Slide 4 - Drag question

Blaas
Vagina
Eileider
Baar
moeder
Eierstok

Slide 5 - Drag question

Vanaf wanneer zijn een jongen en een meisje vruchtbaar?

Slide 6 - Open question

Wat is een ander woord voor ovulatie?
A
Ongesteld zijn
B
Eisprong
C
Follikel
D
Menstruatie

Slide 7 - Quiz

Een meisje heeft tijdens de ovulatie onbeschermde seks gehad. Hoeveel dagen later ongeveer kan zij weten of ze zwanger is?
A
3 dagen
B
7 dagen
C
14 dagen
D
28 dagen

Slide 8 - Quiz

Zet op de goede volgorde:
1 bevruchting 2 eisprong 3 eicel rijpt
4 bolletje cellen 5 innesteling
A
32145
B
23415
C
43215
D
14235

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je het kind in de eerste 12 week na de bevruchting?

Slide 10 - Open question

Welk voorbehoedsmiddel beschermt tegen soa's?
A
Sterilisatie
B
De pil
C
Spiraaltje
D
Condoom

Slide 11 - Quiz

Wat is de grens voor abortus?
A
3 dagen
B
1 week
C
12 week
D
24 week

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurt niet met de moeder tijdens de zwangerschap?
A
Snel naar de wc
B
Gekke trek
C
Melkklieren nemen af
D
Moeite met ademen

Slide 13 - Quiz

Bloedvat
Aantal
Vervoert
Navelstrengader
Navelstrengslagader
Vul in in de tabel wat bij de navelstrengader en navelstrengslagader hoort
Twee
Een
Voedingsstoffen
Afvalstoffen

Slide 14 - Drag question

Wat is FAS?

Slide 15 - Open question

Wat is niet een fase van de bevalling?
A
Ontsluiting
B
Indaling
C
Nageboorte
D
Uitdrijving

Slide 16 - Quiz

Een tweeling is ontstaan uit twee eicellen en twee zaadcellen. Wat voor tweeling is dit?
A
Eeneiig
B
Twee-eiig
C
Geen van beide
D
Kan beide

Slide 17 - Quiz

Hoeveel chromosomen zitten er in de celkern van een vingernagel?
A
Niet te zeggen
B
23
C
46
D
92

Slide 18 - Quiz

Wat is een erfelijke aandoening?

Slide 19 - Open question