Voorkennis H6 Statistische beslissingen

Voorkennis H6
STATISTISCHE BESLISSINGEN
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorkennis H6
STATISTISCHE BESLISSINGEN

Slide 1 - Slide

Frequentietabellen

Slide 2 - Slide


Wat is de totale frequentie?

Slide 3 - Open question

De totale frequentie is 

5 + 7 + 7 + ..... + 2 = 69

Slide 4 - Slide

Centrummaten

Slide 5 - Slide


Wat is het gemiddelde aantal boten dat per uur door de sluit gaat? Rond af op één decimaal. 

Slide 6 - Open question

Gemiddelde = som van alle waarneminggetallen : totale frequentie 
Gemiddelde=69(50+71+72+...+99+210)=69341=4,942.......
Het totaal aantal boten wat door de sluis is gegaan (som van alle waarnemingsgetallen) vind je door aantal x frequentie te doen en dit bij elkaar op te tellen. 
Gemiddelde aantal boten wat per uur door de sluis gaat is afgerond 4,9

Slide 7 - Slide


In hoeveel procent van de gevallen wat het aantal boten per uur meer dan het gemiddelde?

Slide 8 - Open question

693+9+2+16100=43,478...
In 43,5% van de gevallen is het aantal boten per uur groter dan het gemiddelde 

Slide 9 - Slide


Wat is de mediaan van deze serie waarnemingsgetallen?

Slide 10 - Open question

De mediaan is het middelste waarnemingsgetal.

Er zijn 69 waarnemingen, dus de mediaan is het 35e waarnemingsgetal.

Aantal waarnemingen tot en met 4 --> 25
Aantal waarnemingen tot en met 5 --> 41

Het 35e waarnemingsgetal is 5
De mediaan is dus 5

Slide 11 - Slide


Wat is de modus? 

Slide 12 - Open question

De modus is het getal wat het vaakst voorkomt.

In deze serie komt 5 het vaakst voor, nl. 16 keer. 

De modus is dus 5

Slide 13 - Slide

Spreidingsmaten

Slide 14 - Slide


Wat is de spreidingsbreedte?

Slide 15 - Open question

Spreidingsbreedte is de hoogste waarde min de laagste waarde. 

Hoogste waarnemingsgetal (aantal per uur):  10
Laagste waarnemingsgetal (aantal per uur): 0

spreidingsbreedte: 10 - 0 = 10

De spreidingsbreedte staat los van de frequenties

Slide 16 - Slide


Bereken met de GR het eerste kwartiel en het derde kwartiel en de standaardafwijking (afgerond op één decimaal). 

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

De boxplot

Slide 19 - Slide

grootste getal
kleinste getal
mediaan
Q 1
spreidingsbreedte
kwartielafstand
Q 3

Slide 20 - Drag question


De helft van de jongens heeft een schoenmaat tussen 40 en 42.
In onderstaand boxplot staan de schoenmaten van alle derdeklassers van het Mosa college verwerkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

75% van het aantal waarnemingen (meisjes)
_____________________
_______

50 % van het aantal waarnemingen (jongens)

Slide 22 - Slide


Hoeveel meisjes hebben een schoenmaat kleiner dan maat 40?
Van 120 meisjes is de schoenmaat genoteerd.
A
60
B
80
C
100
D
90

Slide 23 - Quiz

75% van het aantal meisjes heeft een schoenmaat kleiner dan 40
0,75 x 120 = 90, dus 90 van de 120 meisjes hebben schoenmaat kleiner dan 40.
__________________  
Hoeveel meisjes hebben een schoenmaat kleiner dan maat 40?

Slide 24 - Slide

Einde

Slide 25 - Slide