Toets les 5 Kijk op Nederland

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 3

Wanneer geven Nederlanders geen hand?

1. Bij een verjaardag.
2. Bij een sterfgeval.
3. Bij een besmettelijke ziekte.
4. Bij een begroeting.

Hoeveel zoenen geven Nederlanders elkaar als ze elkaar goed kennen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat betekent “op visite gaan”?

1. Andere mensen bezoeken.
2. Boodschappen doen.
3. Naar de dokter gaan.
4. Met de buren praten.

Wanneer neem je fruit mee als je op visite gaat?

1. Bij een kennismaking met de buren.
2. Als je iemand bezoekt die ziek is.
3. Bij een geboorte.
4. Als iemand overleden is.

Wat neem je niet mee als je bij moslims op bezoek gaat?

1. Eten
2. Bloemen
3. Een fles wijn
4. Een cadeau

Wat nemen Nederlanders vaak mee als ze op visite gaan?

1. Eten
2. Bloemen
3. Een fles wijn
4. Een cadeau

Een ander woord voor traditie is:

1. mening
2. visite
3. feest
4. gewoonte

Welke zin is niet juist?

1. Bij Nederlanders kun je altijd mee-eten.
2. Je krijgt 1 of 2 koekjes.
3. Je mag zeggen dat je geen koffie lust.
4. Je moet een afspraak maken.

Wat doe je eerst als er problemen zijn met de buren?

1. Je belt met de woningbouwvereniging
2. Je praat met de buren.
3. Je belt de politie.
4. Je belt de gemeente.

Wat kun je meestal niet doen in een buurthuis?

1. Een cursus.
2. Bidden
3. Koffiedrinken
4. Knutselen