blok 4 week 3 les 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

doven
t.t.hij...........

doven
v.t.hij...........

doven
v.d.hij...........

Eef tut zich op

1. tt
2. vt
3. vd

optutten
v.t. Eef..........zich.....

optutten
v.d. Eef ........zich...........

reed jij?

1. tt
2. vt
3. vd

rijden
t.t. ...............jij?

rijden
t.t. jij....................

rijden
v.d hij................

wij hebben ontbeten

1. tt
2. vt
3. vd

We lazen over aardbevingen.

1. 1e persoon mv
2. 2e persoon mv
3. 3e persoon mv

Wisten jullie dat al?

1. 1e persoon mv
2. 2e persoon mv
3. 3e persoon mv

Zij zoeken meer informatie.

1. 1e persoon mv
2. 2e persoon mv
3. 3e persoon mv

scheiden
t.t................u ook afval?

douchen
t.t. Ik...............altijd.

kriebelen
v.t. Hij .............echt enorm.

kneuzen
v.t. Ik ............mijn hand.

groeien
v.d. Ik ben uit mijn kleren............

opladen
v.d. Heeft hij de batterij.............?

kneuzen
b.n. De ..............hand

opladen
b.n. De ..............batterij