j4ns1 - 25 nov 2020 - snelheid, versnellen en vertragen

Geef van A, B, C en D wat voor een soort beweging de fietser maakt: versneld, vertraagd of constant.
1 / 18
next
Slide 1: Open question
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geef van A, B, C en D wat voor een soort beweging de fietser maakt: versneld, vertraagd of constant.

Slide 1 - Open question

Programma & lesdoel
Programma:
  • Nakijken
  • Uitleg
  • Opdrachten
  • Afsluiten

Lesdoel = Aan het einde van de les kan je de gemiddelde snelheid bij een eenparig versnelde/vertraagde beweging berekenen

Slide 2 - Slide

Vraag 9 (blz. 47). Hoe ver stond de veldspeler van het eerste honk toen hij de bal gooide?
A
14 m
B
18 m
C
25 m
D
45 m

Slide 3 - Quiz

Nakijken
Ga naar Classroom - antwoorden - antwoorden H11.1a
Kijk opdracht 5 t/m 11 na en verbeter met een andere kleur pen na.

Uploaden: Foto van nagekeken en verbeterd werk (bij huiswerk van vandaag)

 
timer
8:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hiernaast zie je de snelheid van Joeri tijdens een massasprint. Is dit een versnelde of een eenparig versnelde beweging?

Slide 7 - Open question

Hiernaast zie je de snelheid van Isa tijdens het remmen. Leg uit of dit een vertraagde of een eenparig vertraagde beweging is.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

v = (0,1 + 15) : 2
v = 15,1 : 2 = 7,55 m/s

Slide 11 - Slide

Tijdens het afremmen neemt de snelheid van een fietser af van 22 km/h naar 1,3 km/h. Laat met een berekening zien wat de gemiddelde snelheid is.

Slide 12 - Open question

Tijdens het wegfietsen neemt de snelheid van een fietser toe van 1 m/s naar 8 m/s.
1. Laat met een berekening zien wat de gemiddelde snelheid is.
2. Ze doet er 3 seconde over. Hoe groot is de afstand die ze heeft afgelegd?

Slide 13 - Open question

Tijdens het wegfietsen neemt de snelheid van een fietser toe van 1 m/s naar 8 m/s. 
1. Laat met een berekening zien wat de gemiddelde snelheid is. 
2. Ze doet er 3 seconde over. Hoe groot is de afstand die ze heeft afgelegd?
1. v = (1 + 8) : 2
v = 9 : 2 = 4,5 m/s

2. s = v x t
s = 4,5 x 3 = 13,5 m


Slide 14 - Slide

Opdrachten
Wat: mk 13 t/m 15, 18 t/m 24 (blz. 49 WB) 
Werk nauwkeurig.

Hulpmiddel:  Je boek (blz.  108 t/m 110)

Om 11:55 heb je een foto gemaakt van je gemaakte opdrachten (uploaden in lessonUp)

Slide 15 - Slide

Maak een foto van de gemaakte opdrachten - laat zien tot hoe ver je gekomen bent.

Slide 16 - Open question

Lesdoel = Aan het einde van de les kan je de gemiddelde snelheid bij een eenparig versnelde/vertraagde beweging berekenen
A
Kan ik
B
Als ik nog meer oefen kan ik het wel
C
Nee maar ik heb ook niets gedaan
D
Nee want ik snap het niet zo goed

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
Afmaken: 13 t/m 15, 18 t/m 24 (blz. 49 WB). Voor de Meetles foto in classroom uploaden!

Slide 18 - Slide