Les 2 Communicatie - Vertrouwensrelatie

COMMUNICATIE
1 / 15
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

COMMUNICATIE

Slide 1 - Slide

Vertrouwensrelatie
Vertrouwen: Het geloof (de verwachting) dat de ander eerlijk en oprecht is, het gevoel dat je op de ander kunt rekenen
Wederkerig

Relatie: Professioneel, functioneel en tijdelijk
Niet wederkerig

Slide 2 - Slide

Werken aan een vertrouwensrelatie
  • eerste indruk
  • actief luisteren
  1. Aandachtgevend gedrag 
  2. Vragen stellen 
  3. Samenvatten en ordenen 
  4. Gevoelsreflectie
  • transparant handelen
  • congruent handelen

Slide 3 - Slide

Gevoelsreflectie
Pas hier voor op
Reacties als 'dat kan ik me goed voorstellen' of 'ik begrijp wat je bedoelt', zijn goed, maar ook wat beperkt.

Het kan onecht overkomen, want wie zegt dat je de ander echt goed begrijpt?

Om duidelijk te maken dat je iets écht begrijpt en écht voor kunt stellen, kun je het beste in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoorden.

Slide 4 - Slide

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou als beroepskracht MZ: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Slide 5 - Quiz

Testje
Omdat het lastig is precies duidelijk te krijgen wat gevoelsreflectie is, geven we hierna een aantal voorbeeld-casussen waarin jij als luisteraar de gevoelens van de ander gaat verwoorden.

Probeer het maar! Het is een oefening.

Slide 6 - Slide

Collega: "Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten"

Slide 7 - Open question

Cliënt: "Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er al lang moeten zijn"

Slide 8 - Open question

Cliënt: "Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen inpakken"

Slide 9 - Open question

Wat valt je op in de vorige voorbeelden?

  • Je brengt geen nieuwe informatie het gesprek in
  • Geen mening
  • Geen advies
  • Geen oplossing of analyse 

Als je gevoelsreflectie toepast geef je alleen maar weer wat je uit de boodschap van de ander hebt opgemaakt, niets meer en niets minder.

Slide 10 - Slide

Gevoelens teruggeven

Je voelt je onzeker?
Je voelt je schuldig?
Je bent boos.
Je voelt je opgelucht.
Gevoelens omschrijven

Je gaat liever niet?
Je voelt de behoefte om met de deuren te slaan.
Als je het overnieuw kon doen, had je het anders gedaan.

Slide 11 - Slide

Maar let op:
Het precies benoemen van gevoelens werkt directer dan het omschrijven van gevoelens. Vaak werkt het daarom beter.

Maar let op:
"Ik ben zo vreselijk geërgerd".
Het heeft geen zin om dan te zeggen: "Je bent vreselijk geërgerd".
Effect= "Ik zei het toch!!!!"
Je kunt dan beter zeggen: "Ik zie het aan je, je zou de computer wel uit het raam willen slingeren".

Slide 12 - Slide

3. Transparant handelen
Zeggen wat je doet, doen wat je zegt.

Slide 13 - Slide

4. Congruent handelen
Verbaal versus Non-verbaal

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video