Hoofdstuk 7 - herhaling

Hoofdstuk 7: VS en India
1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7: VS en India

Slide 1 - Slide

Welke temperatuurfactor zorgt voor het verschil in temperatuur tussen deze 2 plekken?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Ligging t.o.v. zee
D
Ligging koude lucht/zeestromen

Slide 2 - Quiz

Welke temperatuurfactor zorgt voor het verschil in temperatuur tussen deze 2 plekken?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Ligging t.o.v. zee
D
Ligging van gebergte (loef-lijzijde)

Slide 3 - Quiz

Welke klimaatfactor zie je hier?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Zeestromen
D
Ligging van gebergte (loef-lijzijde)

Slide 4 - Quiz

De wet van Buys Ballot

"De wind heeft op het noordelijk halfrond een afwijking naar ...... "
A
rechts
B
links

Slide 5 - Quiz

De wet van Buys Ballot

"De wind waait altijd van ..... druk
naar ..... druk"
A
lage naar hoge
B
hoge naar lage

Slide 6 - Quiz

Sleep de onderstaande vakjes naar het juiste begrip:  
Lage drukgebieden
Hoge drukgebieden
Aanlandige wind
Aflandige wind
Stijgende lucht
Dalende lucht
Droog/goed weer
Regenachtig
Tekort aan lucht
Teveel aan lucht

Slide 7 - Drag question

Een ander woord voor lagedrukgebied is een..
A
Minimum
B
Maximum
C
Depressie
D
Buys ballot

Slide 8 - Quiz

Hoe luidt de Wet van Buys Ballot?

Met de wind in de rug...
A
op het NH met een afwijking naar links
B
op het ZH met een afwijking naar links

Slide 9 - Quiz

A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
droog klimaat
land klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
pool klimaat

Slide 10 - Drag question


A
A
B
B
C
E
D
D

Slide 11 - Quiz


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quiz


A
Af
B
Cs
C
As
D
Cf

Slide 13 - Quiz


A
Cw
B
Dw
C
EF
D
ET

Slide 14 - Quiz

Een orkaan is een...
A
natuurramp
B
milieuramp

Slide 15 - Quiz

Een orkaan is....?
A
Een orkaan is een grote vloedgolf die ontstaat door een aardbeving.
B
Een orkaan is een hele hevige storm.
C
Een orkaan is een hevige storm met sterke wervelwinden.
D
Een orkaan is harde regen met hagel.

Slide 16 - Quiz

Wat is geen woord voor een orkaan?
A
Hurricane
B
Typhoon
C
Tornado
D
Cycloon

Slide 17 - Quiz

Een orkaan ontstaat:
A
in het voorjaar
B
aan het eind van de zomer
C
in de winter
D
in de lente en de zomer

Slide 18 - Quiz

Hoe warm moet het zeewater zijn om een orkaan te laten ontstaan?

A
25
B
25,5
C
26,5
D
28

Slide 19 - Quiz

Wat is er in het oog van de orkaan
A
Windstil en hoge luchtdruk
B
Harde wind en lage luchtdruk
C
Windstil en lage luchtdruk
D
Harde wind en hoge luchtdruk

Slide 20 - Quiz

Wat hoort bij een orkaan?
A
Doorsnede van 500-1000 km
B
Doorsnede van 1000km-2000km
C
Doorsnede van 50-100 cm
D
Doorsnede van 500-1000 m

Slide 21 - Quiz

Orkanen ontstaan
A
boven land
B
boven zee

Slide 22 - Quiz

Orkanen en tornado's zijn:
A
Endogene factoren
B
Exogene factoren

Slide 23 - Quiz

Je hebt orkanen in verschillende sterktes. Hoeveel categorieën orkanen zijn er op de schaal van Saffir-Simpson?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 24 - Quiz

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 25 - Quiz

Orkaan
Tornado

Buys Ballot
Rocky Mountains
Appalachen

Slide 26 - Drag question

Tornado
Blizzard
Orkaan
Depressie

Slide 27 - Drag question

Hoe ontstaat een tornado? Sleep de 
 omschrijvingen in de juiste volgorde. 
1
2
3
4
5
6
Er zijn grote verschillen in temperatuur van de lucht.
De warme lucht stijgt heel snel op.
Droge, koude lucht botst tegen warme vochtige lucht.
Bovenin is het koud, onderin is het warm.
Er wordt lucht aangezogen.
De lucht gaat draaien.

Slide 28 - Drag question

Een sleepvraag: Waar komen in de VS veel tornado's voor? En waar veel orkanen?
Hier komen veel tornado's voor.
Hier komen veel orkanen voor.

Slide 29 - Drag question

De kracht van een tornado wordt gemeten door de Schaal van
A
Richter
B
Fujita
C
Saffir-Simpson
D
Beaufort

Slide 30 - Quiz

Waar ligt Tornado Alley?
A
in het Noorden van de USA
B
in het Oosten van de USA
C
in het midden en zuiden van de USA
D
in het midden en noorden van de USA

Slide 31 - Quiz

In een tornado is de luchtdruk heel
A
hoog
B
laag

Slide 32 - Quiz

Hoe ontstaat een tornado?
A
Botsing van koude en warme lucht op land
B
Botsing van koude en warme lucht op zee
C
Boven warm landlucht van 26,5 graden of meer
D
Boven warm zeewater van 26,5 graden of meer

Slide 33 - Quiz

De moesson hoort bij de plek:
A
Waar de zon wel op schijnt
B
Waar de zon niet op schijnt

Slide 34 - Quiz

De natte moesson in India komt van een...
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 35 - Quiz

Wanneer is de natte moesson in India
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
Oktober

Slide 36 - Quiz

Sleep de moesson naar het juiste plaatje!
Zomer moesson
Winter moesson

Slide 37 - Drag question

Wat is een moesson?
A
Een orkaan
B
Wind vanaf zee die veel regen meebrengt.
C
Vaste wind vanaf zee.
D
Warme wind

Slide 38 - Quiz

Noem twee andere rivieren (dan de Ganges) in India
A
Brahmaputra en Gele Rivier
B
Indus en Gele Rivier
C
Brahmaputra en Indus
D
Indus en Uitdus

Slide 39 - Quiz

Waarom zijn er cyclonen in Bangladesh
A
Er komt vochtige lucht van de Indische oceaan
B
Er komt droge lucht van af land
C
De cyclonen komen door wind vanuit Amerika naar Bangladesh
D
Cyclonen komen door luchtvervuiling

Slide 40 - Quiz

Welk deel van India is het meest kwetsbaar voor overstromingen?
A
De berggebieden
B
De gebieden in centraal India
C
De laaggelegen delta's

Slide 41 - Quiz

Seattle
New York
Rocky Mountains
Rio Grande
Sierra Nevada
Golf van Mexico
Detroit

Slide 42 - Drag question

Himalaya
Brahmaputra
Golf van Bengalen
Kolkata
Tharwoestijn
Mumbai
Bangalore

Slide 43 - Drag question

Deze foto is gemaakt tijdens een El Nino. In Peru of Indonesië?
A
Peru
B
Indonesië

Slide 44 - Quiz

Bij een El Nino-situatie ontstaan bosbranden in Indonesië
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Door El Nino
A
Wordt er meer vis gevangen voor de westkust van Zuid-Amerika
B
Wordt er minder vis gevangen voor de westkust van Zuid-Amerika
C
Is er meer droogte langs de westkust van Zuid-Amerika

Slide 46 - Quiz

Bij El Nino is er voor de westkust van Zuid-Amerika
A
een hoge druk ipv een lage druk
B
een lage druk ipv een hoge druk

Slide 47 - Quiz

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 48 - Quiz

In een El Nino jaar valt er in Indonesië extreem veel neerslag
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quiz

Tijdens El Niño...
A
welt er koud water voor de kust van Z.A. op
B
welt er warm water voor de kust van Z.A. op
C
wordt warm oppervlaktewater aangevoerd naar Z.A.
D
wordt koud oppervlaktewater aangevoerd naar Z.A.

Slide 50 - Quiz

Bij een El Niño-situatie wordt het water voor de kust van Chili warmer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quiz

Ik ben nu goed voorbereid op de toets over hoofdstuk 7
A
Absoluut
B
Bijna
C
Nog niet
D
Ik heb extra hulp nodig

Slide 52 - Quiz