2TL Grammatica zinsdelen

Welkom 2A!
Ga rustig op je plek zitten. 

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2A!
Ga rustig op je plek zitten. 

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Dagopening
- Doelen doornemen
- Herhaling grammatica zinsdelen
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Doelen
- Ik kan de pv in een zin aanwijzen.
- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
- Ik kan het ow in een zin aanwijzen.
- Ik kan het wg in een zin aanwijzen.
- Ik kan het lv in een zin aanwijzen.
- Ik kan het mv in een zin aanwijzen.
- Ik kan de bwb in een zin aanwijzen.

Slide 3 - Slide

Inloggen LessonUp

Slide 4 - Slide

Grammatica zinsdelen
Beantwoord de volgende vragen.
Let goed op de spelling!

Slide 5 - Slide

Wat is de pv?

Filan en Romy hebben zaterdag gezwommen.

Slide 6 - Open question

Wat is de pv?

Wie bakte die lekkere koekjes?

Slide 7 - Open question

Persoonsvorm (pv)
- Verandert als je de zin van tijd verandert.
- Verandert als je de zin van getal verandert.
- Komt vooraan te staan als je een ja/nee-vraag van de zin maakt.

Slide 8 - Slide

Wat is het ow?

Monique heeft een nieuwe telefoon gekocht.

Slide 9 - Open question

Wat is het ow?

Wanneer hebben we weer vakantie?

Slide 10 - Open question

Onderwerp (ow)
- Geeft aan wie/wat iets doet of overkomt.
- Wie/wat + pv?

Slide 11 - Slide

Wat is het wg?

Zullen we morgen naar de film gaan?

Slide 12 - Open question

Wat is het wg?

De mentor probeert al zijn leerlingen op te bellen.

Slide 13 - Open question

Werkwoordelijk gezegde (wg)
- Alle werkwoorden in de zin
- Let op bij scheidbare werkwoorden
 (opbellen, afspreken, toejuichen, uitlachen, ...)
- Ook 'te' en 'aan het' horen bij het wg

Slide 14 - Slide

Wat is het lv?

Robin heeft in de vakantie drie boeken gelezen.

Slide 15 - Open question

Wat is het lv?

Mijn broertje heeft iedere dinsdag en donderdag zwemles.

Slide 16 - Open question

Lijdend voorwerp (lv)
- Wie/wat + ow + wg?

Slide 17 - Slide

Wat is het mv?

De directeur gaf haar een mooi cadeau.

Slide 18 - Open question

Wat is het mv?

Heb je voor mij ook een blikje meegebracht.

Slide 19 - Open question

Meewerkend voorwerp (mv)
(Aan/voor) wie of wat + gezegde + onderwerp +​
lijdend voorwerp?
Geeft aan voor wie iets bestemd is (meestal mens of dier)
Een mv kan beginnen met aan, maar dat hoeft niet. 
Als het niet met aan begint, kun je dat woord er meestal wel voor zetten. 

Slide 20 - Slide

Wat is de bwb?

Dit jaar ben ik vaak ziek geweest.

Slide 21 - Open question

Wat is de bwb?

Zij gaat met de fiets of brommer naar het popconcert.

Slide 22 - Open question

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Geeft antwoord op vragen als: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie?

Zoek de pv, ow, wg, lv en mv. 
De zinsdelen die overblijven zijn bwb. 

Slide 23 - Slide

Samengevat
- Pv: verandert als je de zin van tijd of getal verandert.
- Ow: wie/wat + pv?
- Wg: alle werkwoorden in de zin.
- Lv: wie/wat + ow + wg?
- Mv: (aan/voor) wie of wat + gezegde + onderwerp +​ lv?
- Bwb: zinsdelen die over blijven. Waarom, wanneer, waar, hoe, etc.?
- Zinsdeelstrepen: de grootste groep woorden die vóór de pv kan staan, is een zinsdeel.

Slide 24 - Slide

Doelen
- Ik kan de pv in een zin aanwijzen.
- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
- Ik kan het ow in een zin aanwijzen.
- Ik kan het wg in een zin aanwijzen.
- Ik kan het lv in een zin aanwijzen.
- Ik kan het mv in een zin aanwijzen.
- Ik kan de bwb in een zin aanwijzen.

Slide 25 - Slide

Ik beheers de doelen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Aan de slag!
Ga naar:
> Nieuw Nederlands 
> Grammatica zinsdelen § 2 - 4 - 6 - 8 
> Trainen en/of oefentoetsen

Start met de oefeningen.


Slide 27 - Slide