Gram. D + herh. gram H ch.6 (12-06) H1A

Leerstof in StudyGO lijsten zetten!!!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Leerstof in StudyGO lijsten zetten!!!

Slide 1 - Slide


Pak je laptop, werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Start je laptop op en ga naar www.verbuga.eu

Zometeen startopdracht werkwoord aller (gaan)


Aujourd'hui, c'est jeudi
H1A

Slide 2 - Slide

Verbuga.eu = oefensite voor werkwoorden
1) Ga naar www.verbuga.eu
2) Stel dit in:
3) Ga dit oefenen...

Het werkwoord 'aller' onder de knie? Voeg de werkwoorden 'avoir' en 'être' toe als herhaling.

Slide 3 - Slide

Doe je laptop dicht.
Vragen over grammatica H -> werkwoord aller?

Tegenwoordige tijd & toekomende tijd

Slide 4 - Slide

Le programme:
- Huiswerk bespreken (2 lessen terug)
- Gram D ch.7 (werkwoord faire)


Slide 5 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je het werkwoord aller (gaan) herhaald
- Aan het einde van de les heb je kennisgemaakt met het werkwoord faire (doen / maken)

Slide 6 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 7 - Slide

Herinnering, SO = donderdag 19 juni


Leerstof = 

Slide 8 - Slide

Gram. D ch.7
Het werkwoord faire (doen/ maken)

Ouvre le livre à la page 98

Slide 9 - Slide

In deze les
- Video's doornemen
- Quiz lessonup

Volgende les = opdrachten maken

Slide 10 - Slide

Uitlegvideo 1+2

Slide 11 - Slide

Koppel je laptop met de LessonUp.

Slide 12 - Slide

faire = ................
A
doen, maken
B
doen, hebben
C
hebben, zijn
D
doen, zijn

Slide 13 - Quiz

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
Tu
A
ik
B
hij
C
jij
D
zij

Slide 14 - Quiz

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
Elles
A
zij enkelvoud
B
zij meervoud
C
wij
D
u, jullie

Slide 15 - Quiz

faire (présent):

je ____ (faire)
A
faire
B
fais
C
fait
D
faise

Slide 16 - Quiz

faire (présent):

nous ____ (faire)
A
fairons
B
fons
C
faisons
D
faites

Slide 17 - Quiz

faire (présent):

vous ____ (faire)
A
fais
B
faites
C
faisons
D
font

Slide 18 - Quiz

faire (présent):

Tu (faire)
A
fais
B
fait
C
as
D
vas

Slide 19 - Quiz

Vertaling?
être
avoir
faire
aller
                             hebben
                                   gaan
                                      zijn
doen/maken

Slide 20 - Drag question

Au travail:
Quoi (wat)? Ga leren voor de toets van volgende week -> SlimStampen / StudyGo / werkwoorden leren
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les

Slide 21 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: bekijk thuis nog eens beide uitlegvideo's van grammatica D hoofdstuk 6. Zie online opdr. 16B & 17A
- Apprendre: werkwoord faire (doen/maken)

Slide 22 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 74.

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 29CDE + 30ABC + 31

Slide 23 - Slide

Questions?
  • Zijn er nog vragen over grammaire H?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide