Oefentoets hfst 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat is typisch voor een polis?
Wat klopt niet?

1. De agora
2. De acropolis
3. Democratie
4. De volksvergadering

Waardoor ontstonden stadstaten in het Oude Griekenland?

1. Door het landschap
2. Doordat ze niet wilde samenwerken
3. Door gebrek aan vruchtbare grond
4. Omdat veel edelen de baas wilden zijn in een gebied.

Waarom waren veel van hun bondgenoten ontevreden over Athene na de Perzische Oorlogen?
Wat is fout...

1. Men verdacht Athene van stelen uit de oorlogskas
2. Athene stuurde strafexpedities op bondgenoten af
3. Athene kreeg de meeste kolonies
4. Athene werd steeds machtiger.

Wat was geen gevolg van de kolonisatie?

1. Gebruik van munten
2. handelaren willen macht
3. meer stadstaten krijgen een koning
4. het verschil tussen arm en rijk wordt groter

Wat was geen gevolg van de kolonisatie?

1. Ruzie over grond tussen de bewoners van de poleis
2. De verspreiding van de Griekse cultuur in het Middellandse-Zeegebied
3. Het verlangen van de handelaren deel te nemen aan het bestuur
4. De sterke toename van de handel

Wat is geen kenmerk van de Griekse goden?

1. Van de Griekse goden moesten volksvergaderingen beginnen met offers
2. In heel Griekenland werden dezelfde goden vereerd.
3. De Griekse goden leken sterk op mensen.
4. De Grieken geloofden dat de goden tot de mensen konden spreken

De goden van de Grieken:
Wat is fout

1. geven de mensen het goede voorbeeld
2. Leven op de Olympus.
3. kunnen relaties aangaan met mensen
4. Hebben dezelfde gevoelens als mensen

Het orakel van Delphi:
wat is fout?

1. Lag in Olympia
2. waren de woorden van de pythia (priesters)
3. was op meerdere manieren uit te leggen
4. ook koningen gingen daar advies vragen

Waarom werden de Olympische Spelen gehouden?

1. Omdat de poleis wilden zien wie de sterkste was
2. Om oorlogen te voorkomen.
3. Om een god te vereren
4. Om Griekenland bekend te maken in de wereld

Wat klopt niet over de Olympische Spelen?

1. hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
2. boksen was een populaire sport
3. De winnaars wonnen een gouden medaille
4. De eerste waren 776 v C

Opvoeding Atheense jeugd.
Welke hoort er bij?

1. vechten was een belangrijk vak
2. politiek was een belangrijk vak
3. rekenen was een belangrijk vak
4. scheikunde was een belangrijk vak

Twee uitspraken:

1. Het Oude Griekenland was een landbouwsamenleving

2. Bekijk hiernaast een print screen. Op deze afbeelding zie je een Polis.

1. Alleen uitspraak 1 is juist
2. Alleen uitspraak 2 is juist
3. Beide uitspraken zijn juist
4. Beide uitspraken zijn onjuist.

Welke bestuursvorm herken je in deze volksvergadering in Athene 492 v C?

1. Monarchie, want iedereen luistert aandachtig.
2. Aristocratie, want er zijn alleen mannen aanwezig.
3. Tirannie, want er zijn 2 mannen de baas.
4. Democratie, want iedereen mag meepraten.

Op welk gebied waren er verschillen in de Griekse poleis? Op het gebied van:

1. de godsdienst
2. de bouwkunst
3. het bestuur
4. de taal

Socrates over de de Atheense democratie: "De volksvergadering laat zich door bouwdeskundigen adviseren als het om de bouw van de lange muren van Athene naar Piraeus gaat. De vergadering werkt met ervaren en professionele experts. Maar wanneer de vergadering belangrijke bestuurskwesties bespreekt, dan kan iedereen het woord vragen en zijn advies geven: timmerman, smid, handelaar , arm of rijk. Niemand verwijt hen, dat ze opleiding of ervaring in de besproken zaken missen.”
a. Wat was volgens Socrates geen goede bestuursvorm?
b. Waarom niet?

Hoe heette het bondgenootschap onder leiding van Sparta?

Welke twee uitspraken zij waar?

1. Een Spartaanse vrouw moest het huishouden regelen en huwelijken verzorgen.
2. Een Spartaanse vrouw kreeg een militaire training en leerden schepen te besturen
3. Een Spartaanse vrouw moest het huishouden regelen en in afzondering thuis leven
4. Een Spartaanse vrouw kreeg een militaire training en moest gehoorzaam zijn aan haar man.

Waarom verliep de samenwerking tussen de poleis niet goed?

1. Er waren teveel eilanden en zeeën.
2. Er waren teveel oorlogen.
3. Ze waren bang dat er 1 polis de baas zou worden.
4. Elke polis was sterk genoeg.

In de polis Athene was er een samenleving die bestond uit boeren en inwoners van de stad. Er was in die tijd veel handel en deze ging heel vaak over de zee. Hiervoor waren en handelaren die hun spullen verkochten op de agora. Deze producten waren vaak stoffen en olijven. Aardewerk en wijn.
Vraag: Schrijf elk onderdeel van de gelaagde samenleving op.

Toneelvoorstellingen waren er om?

1. Mensen te vermaken en kennis te laten maken met de mythologie.
2. Geld te verdienen met de entree en verschillende poleis te verenigen.
3. Mensen aan het denken te zetten en over de betekenis te discussiëren.
4. Om kennis uit te wisselen en om de jongens op te voedden.

vereren van goden, wat is fout

1. Gebeurde ook buiten de tempel
2. De tempel stond altijd op een mooie plek.
3. In de tempel stond een groot beeld van de God
4. Op het altaar binnen, werd door de priester geofferd.

Een legende is

1. Wonderlijk verhaal, vaak over een held
2. Godenverhaal
3. Lang verhalend gedicht
4. Heldenverhaal

Wat is een sage

1. Lang verhalend gedicht
2. godenverhaal
3. Heldenverhaal

wat is een orakel

1. Een god in de gedaante van een mens
2. Een plek om advies te vragen aan elkaar
3. Een plek om advies te vragen aan een god