STOA

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Waar gaven deze filosofen les?

Aristoteles

Zeno van Citium

Socrates

Diogenes

het Lykeion-gymnasium

in een stoa (zuilengalerij)

op straat en

de agora

vanuit zijn vat

Verwoord wat volgens jou kernmerken van de stoïsche filosofie zijn.

Stoa

• Stoïcijnen geloofden dat de wereld bestuurd werd door een soort goddelijke kracht, de Ratio
• Alles werd bepaald door de Ratio
• Sterke emoties waren dus niet nodig: deze brengen mensen in de war 
• Stoïcijnen leefden volgens het motto: vivere secundum naturam
• Dit betekent dat men begreep dat alles wat er gebeurt, geplaatst kan worden in een groter geheel, bestuurt door de natuur (Ratio)

Een doel van de Stoïsche filosofie was: Gelukkig worden
Wat maakt jou gelukkig?

Het doel van de Stoa is ...

Iemand die op weg is om wijs te worden.

Volgens de Stoa is de ware deugd ...

Is volkomen gelukkig en volmaakt, verheven boven de mensen en

onverschrokken.

Is iemand die een gebrek aan wijsheid heeft.

Zijn dingen in ons leven die ons niet beter of

slechter maken, oftewel: dingen die er niet toe doen.

sapiens

indifferentia

geluk

dom

proficiens

wijsheid

Wat is het actieve beginsel volgens de stoa?

1. Logos
2. Rede
3. Ratio
4. Materie

Wat verstaat de Stoa onder apatheia?

Van welke keizer was Seneca de opvoeder?

1. Claudius
2. Caligula
3. Tiberius
4. Nero

Nero!! Samen met Burrus

Seneca deed zijn opleiding om wat te worden?

1. Advocaat
2. Filosoof
3. Redenaar
4. Senator

Seneca had een succesvolle carrière als redenaar totdat hij

1. een affaire had
2. Nero moest opvoeden
3. kinderen kreeg
4. stierf

Seneca stierf

1. door een hartinfarct
2. toen hij 65 was
3. toen hij 69 was
4. omdat Nero dat wilde

Filosofische werken

Cicero wilde de filosofie van de Grieken toegankelijk maken voor de Romeinen. 

Belangrijkste filosofieën: Plato, Stoa, Epicurus.

Schrijft deze werken vooral als hij politiek buitenspel staat.

Neemt net als Plato de dialoog als medium, maar lange betogen i.p.v. korte vragen en antwoorden. 

Cicero: Laelius de Amicitia

• Filosofische dialoog tussen Gaius Laelius en zijn schoonzoons Gaius Fannius en Quintus Mucius Scaevola.
• Eind 44 v.Chr. (Cicero stierf eind 43 v.Chr.).
• Net na de dood van Caesar (15 maart 44 v.Chr.).
• Griekse ideeën over vriendschap (Stoa en Ari) komen terug in een Romeinse context.