Flexles persoonlijke voornaamwoorden


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Regeln in der Klasse
  • Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
  • Mobiele telefoon in de tas.
  • Respect voor elkaar.
  • Altijd laptop meenemen.
  • Tas, naast jou op de grond.
  • Voeten op de grond.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Was lernen wir heute?
De persoonlijke voornaamwoorden in Nominativ, Dativ en Akkusativ

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
herhalen toetsstof

Toepassen van de toetsstof

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Zinnen ontleden theorie
zinnen bestaan uit onderdelen = zinsdelen. 
Hak zinnen in stukjes. Bepaal de persoonsvorm. 

Persoonsvorm = werkwoord dat van aantal kan wijzigen. 
Gezegde = persoonsvorm + andere werkwoorden 

Vraag naar onderwerp: wie/wat + gezegde = (Nominativ)
Vraag naar meewerkend voorwerp: aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp= (Dativ) 
Vraag naar lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp = (Akkusativ)

Slide 7 - Slide

Zinnen ontleden voorbeeld
Mein Vater schenkt meiner Mutter die Blumen.

Persoonsvorm = werkwoord dat van aantal kan wijzigen. = schenkt (mv Meine Väter schenken)
Gezegde = persoonsvorm + andere werkwoorden 

Vraag naar onderwerp: wie/wat + gezegde = (Nominativ) = wie/wat schenkt? Mein Vater
Vraag naar meewerkend voorwerp: aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp= (Dativ) aan wie schenkt mein Vater? meiner Mutter
Vraag naar lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp = (Akkusativ) Wie/Wat schenkt mein Vater? Die Blumen = lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zinnen ontleden voorbeeld 
Mein Vater schenkt meiner Mutter die Blumen.

Woorden kunnen vervangen worden door persoonlijke voornaamwoorden.
Hij geeft haar de bloemen. / hij geeft haar het.

Er schenkt ihr die Blumen / Er schenkt ihr sie.

Slide 10 - Slide

Zinnen ontleden
Voorbeeld: Die kinder rufen ihre mutter.
Die kinder is onderwerp (=o+1)
ihre mutter is lijdend voorwerp (lv+4).
ihre is een bezittelijk voornaamwoord, er staan geen persoonlijke voornaamwoorden in deze zin. Kinder en Mutter zijn zelfstandige naamwoorden, moeten dus met hoofdletter geschreven worden.

Slide 11 - Slide

Zinnen ontleden
Voorbeeld: Ich liebe dich.

Ich is onderwerp = o+1
dich is lijdend voorwerp = lv+4 
ich is persoonlijk voornaamwoord Nominativ (= 1e naamval)
dich is persoonlijk voornaamwoord Akkusativ (= 4de naamval)

Slide 12 - Slide

  1. Ich liebe dich.
  2. Die kinder rufen ihre mutter.


  3. Ich werde dich morgen anrufen.
  4. Der arzt untersucht mich.
  5. Ich bringe ihn zum krankenhaus.
  6. Frau Ebert ist sehr krank.
  7. Meine Freundin sucht euch.
  • ontleed de zin.
  • bepaal het onderwerp
  • bepaal het lijdend voorwerp

Slide 13 - Slide

Opdracht
Maak de proeftoets




Geef je antwoorden aan je klasgenoot
Kijk elkaars proeftoets na met antwoordblad
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Extra opdracht
Zie extra oefenstof in Its Learning, extra moeilijke opdracht

planner, Kapitel 2 Gesundheit

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Habt ihr noch Fragen?


Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.

timer
2:00

Slide 16 - Slide

Bis zum nächsten Mal

Slide 17 - Slide