onderwijs module nienke en myrthe

gedragsproblemen 
Nienke Holtland TL4C
Myrthe Kloek TL3A
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

gedragsproblemen 
Nienke Holtland TL4C
Myrthe Kloek TL3A

Slide 1 - Slide

angststoornissen en depressie

wat weet je hier al van?
in de volgende slide komen een paar vragen!

Slide 2 - Slide

hangt het gedragsprobleem van een bepaalde leeftijd af?
A
ja, vanaf je 12e
B
nee, dit hangt niet vanaf een leeftijd af
C
ja, vanaf je 8e

Slide 3 - Quiz

hoe kan een kind dit gedragsprobleem krijgen?
A
als het kind een handicap heeft en niet mee kan doen met leeftijdsgenoten.
B
als het kind gepest wordt.
C
als het kind iemand kwijtraakt waar degene aan gehecht is.

Slide 4 - Quiz

wat kun je hieraan doen?
- kijk naar positieve kanten die het kind doet/heeft
- geef het kind alle de steun die hij / zij nodig heeft

Slide 5 - Slide

ADHD

Slide 6 - Slide

ADHD in de klas
kinderen met ADHD in de klas vallen erg op. er zijn dan verschillende kenmerken om te kunnen zien of iemand ADHD heeft.
- ze blijven moeilijk op hun plek zitten
- ze praten vaak en zijn best druk
- geen aandacht om dingen te kunnen volgen\
- motivatie om te werken is erg laag
- domme ongelukjes


c De grootste elektriciteitscentrales liggen in de buurt van 
    plaatsen waar aardolie en aardgas wordt gewonnen.

Slide 7 - Slide

wat kunnen deze kinderen heel goed?
- Het zijn hele enthousiaste kinderen.

- Ze hebben vaak gevoel voor humor. 

- Ze zijn vaak heel zorgzaam. 

- Ze zijn vaak in voor iets nieuws. 

- Ze vinden gym meestal een leuk vak. 

- Ze zeggen vaak precies wat ze vinden.

Slide 8 - Slide

tiplijst leerkracht
- Zet de sterke kanten van het kind voorop.
- Bouw een goede band op met het kind. ( Als dit niet zo is en het kind al snel gefrustreerd wordt door andere leerlingen, is het goed dat de band met de leerkracht goed is.) 
- Als het kind positief gedrag vertoont, geef hem dan ook een positieve feedback. 

- Negeer negatief gedrag zoveel mogelijk.

- Houd tijdens de les het kind zo goed mogelijk in de gaten. ( Het kind heeft dan het gevoel dat er aandacht voor hem / haar is.)

- Laat straffen achterwege, alleen als het ECHT nodig is.

- Geef het kind vooral veel individuele aandacht.

- Maak voor pauzes / schoolreisjes / etc. goede afspraken van tevoren.

- Zorg dat het kind genoeg beweegruimte heeft. ( Als het nodig is, laat je hem / haar een rondje lopen of richt je een plek in waar hij zijn gang kan gaan.)

- Geef veranderingen op tijd aan.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide