2.4 Taalbewustzijn 1vb

Welkom bij Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Programma
- Uitleg (trappen van vergelijking): 10 minuten
- Zinnen maken: 10 minuten
- Aan de slag met de opdrachten : 10 minuten

Slide 2 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 3 - Slide

trappen van vergelijking

Slide 4 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 5 - Slide

Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.

Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.

Slide 6 - Slide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Hieronder staan trappen van vergelijking. Vul elke trap van vergelijking aan.
1 … - bozer - …
2 goed - … - …


A
boos, boost, goeder, goedst
B
boos, boost, beste, best
C
boos, boost, beter, best
D
boos, boost, beter, goedst

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Beschrijf de vazen op deze foto.
het grootst
groter
groot
Je docent vraagt een paar leerlingen de beschrijving voor te lezen of te vertellen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De gewone trappen van vergelijking
duur - duurder - het duurst
oud - ouder - het oudst

De bijzondere trappen van vergelijking
goed - beter - best
graag - liever - liefst
veel - meer - meest 
weinig - minder - minst

Slide 12 - Slide

Vergelijkende trap

liever
kwader

beter
minder
Overtreffende trap

het liefst
het kwaadst

het best
het minst
Stellende trap

lief
kwaad

goed
weinig

Slide 13 - Slide


De overtreffende trap van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst

Slide 14 - Quiz


De stellende trap van geel is
A
geel
B
geler
C
geelst

Slide 15 - Quiz


De vergrotende trap van lang is
A
lang
B
langer
C
langst

Slide 16 - Quiz


De vergrotende trap van goed is
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 17 - Quiz


De overtreffende trap van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 18 - Quiz


De stellende trap van veel is
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 19 - Quiz


Teken de trappen van vergelijking bij 'boos' en zet de goede woorden er bij. Maak een foto en upload de tekening.

Slide 20 - Open question


Zoek passende foto's bij 'graag - liever - liefst'

Slide 21 - Open question

Huiswerk maken
Werken in stilte!

Maken : opdracht 20a, 20b, 21 en 22.
Huiswerk : opdracht 23.

Klaar? Maak voor jezelf een woordenlijst
Klaar? Huiswerk/leren voor ander vak

timer
10:00

Slide 22 - Slide