Oefening poëzieanalyse

Oefening 
poëzieanalyse
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefening 
poëzieanalyse

Slide 1 - Slide

Herhaling rijm

Rijm is klankovereenkomst tussen beklemtoonde lettergrepen die niet te ver van elkaar liggen.

Kan op verschillende plekken in de zin voorkomen!

Slide 2 - Slide

"De donder rommelt grommend in de koude grauwe lucht" is een voorbeeld van

A
volrijm
B
assonantie
C
alliteratie
D
eindrijm

Slide 3 - Quiz

"Hoor het gefluister in het ruisen van de rusteloze zee" is een voorbeeld van

A
volrijm
B
assonantie
C
alliteratie
D
eindrijm

Slide 4 - Quiz

Rijm
Mannelijk rijm: woud - koud
Vrouwelijk rijm: kopen - lopen
Glijdend rijm: hinderen - kinderen
Dubbel rijm: winkelbel - hinkelspel
Rijk rijm: exact zelfde woord of klank: avondlicht - in de avond ligt.

Slide 5 - Slide

kabbelen - babbelen
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
glijdend
D
dubbel

Slide 6 - Quiz

blijken - kijken
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
glijdend
D
dubbel

Slide 7 - Quiz

verstaan - gedaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
glijdend
D
dubbel

Slide 8 - Quiz

Analyse-opdracht
Inhoud: wat wil het gedicht zeggen? Leg - indien mogelijk - een link met de titel van het gedicht. 

Vorm: de zinsbouw, de beeldspraak, het metrum of de (rijm)klanken, enzovoorts. 

--> Gebruik de syllabus Verhaal- en poëzieanalyse. Benoem tenminste vijf begrippen per gedicht en licht deze toe. 





Slide 9 - Slide

'Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren…’ is misschien wel de meest gebruikte quote in Nederland. 
Hoeveel van die gebruikers zouden weten dat met deze uitspraak geciteerd wordt uit een gedicht van Elsschot? Het vervolg: ‘en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren…’ kent bijna niemand. 

Slide 10 - Slide

Harde zakelijkheid, daarmee zou je zijn werk kunnen typeren, als er niet ook een onderkoelde humor.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het huwelijk - Willem Elsschot
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.


Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Slide 13 - Slide

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.


Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Slide 14 - Slide

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.


Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood

Slide 15 - Slide

Welke woorden
allitereren in de
eerste strofe?

Slide 16 - Open question

Welke woorden allitereren
in deze strofe?

Slide 17 - Open question

Welke woorden assoneren
in deze strofe?

Slide 18 - Open question

Eindrijm - rijmschema's
  • aaaa bbbb: slagrijm
  • aabb ccdd: gepaard rijm
  • abab cdcd: gekruist rijm
  • abba cddc: omarmend rijm
  • abcb: gebroken rijm
  • abcabc: verspringend rijm

Slide 19 - Slide

Eindrijm - rijmschema's
  • aaaa bbbb: slagrijm
  • aabb ccdd: gepaard rijm
  • abab cdcd: gekruist rijm
  • abba cddc: omarmend rijm
  • abcb: gebroken rijm
  • abcabc: verspringend rijm

Slide 20 - Slide

Het gedicht is geschreven in een zesvoetige jambe, een alexandrijn.

Leg uit 

Slide 21 - Slide

Het gedicht is geschreven in een zesvoetige jambe, een alexandrijn.

Uitzondering? 

Slide 22 - Slide

In het vierde vers stoot het metrum, de nadruk valt al op ‘toen’, waarmee een zwaar accent wordt gelegd op de afkeer die de man is gaan koesteren.

Slide 23 - Slide

Metafoor
Een metafoor is een vorm van beeldspraak: je gebruikt een woord of beeld voor iets anders, waarmee het een overeenkomst vertoont. 

Zo is het schip der woestijn een metafoor voor een kameel: de kameel wordt vergeleken met een schip. 

Slide 24 - Slide

Metafoor?

Slide 25 - Slide

Metafoor
Een huwelijk strekt zich uit over lengte van jaren. De nevel van de tijd, een mooie metafoor, tast niet alleen het geheugen aan, maar de gehele persoonlijkheid. De vonken in de ogen van de vrouw zijn gedoofd, de spirit is er uit, het vuur is gedoofd. 

Beeldend drukt de dichter dit in het tweede vers uit: verweerde wangen, versterkt door de alliteratie.

Slide 26 - Slide

Metafoor?

Slide 27 - Slide

Hij kijkt naar zijn vrouw, ‘mat haar met den blik’ en komt tot de conclusie dat zijn seksuele begeerte naar deze vrouw is gedoofd. Toch probeert hij met haar te vrijen, maar hij ervaart dit als een duivelsplicht, een typering die niet treffender had kunnen worden uitgedrukt. 

Elsschot gebruikt de metafoor van een stervend paard. Zij kijkt tegen hem op tijdens het vrijen, zoals een stervend paard dit zou doen, alsof hij het uiterste van haar vraagt.

Slide 28 - Slide

Opdracht

• Waarover gaat dit gedicht?
• Wat is het rijmschema?
• Van welk type rijm is sprake?
• Wat heeft het rijmschema en het type rijm te maken met de inhoud van het gedicht?

Overleg eventueel


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat is poëzie?
betekenis/ boodschap
taal
klank
beeld
stijl
vorm
gesloten/
open
essentie
kunst
esthetiek
uitpakken
poezie
stromin-gen en context
eigen kenmer-ken
+
=
inhoud

Slide 35 - Slide

Terugblik en vooruitblik
  • Vandaag: Uitpakken met klank
  • Woensdag: Uitpakken met beeld

  • Maak je weektaak van afgelopen week helemaal af als je dat nog niet gedaan had (H2 t/m H4 en werkblad A).

  • Weektaak thuis: Aan de slag met werkblad B (My mooi land) en H5. Mooie dialoog in les volgende week!

Slide 36 - Slide

Verslag
  • Je werkt samen in je groepje aan jullie verslag: één dichter, vier gedichten!
  • Wetenschappelijk verslag: zorg dus voor bronnen!
  • Eigen analyse: systematische analyse zoals je leert in de les en het werkboek.
  • Mooiste is als je gedichten gebruikt die uit één bundel komen. Als ze uit verschillende bundels komen, zoek dan achtergrondinfo bij die verschillende bundels.

Slide 37 - Slide

Presentatie (vlog/pitch/filmpje)
  • In tweetallen (dus duo's uit verslaggroepjes maken, zelf doen)
  • Kies een gedicht van dezelfde dichter (ander gedicht dan uit verslag)
  • Analyse van geidcht
  • Presentatie die jullie als presentator ondersteunt!
  • Animatie en beelden
  • Pakkende opening, creatief en levendig presenteren, tijd voor gedicht, vorm, inhoud, duidelijke afronding
  • Opslaan in bestandsformaat dat je kunt toesturen via Magister.

Slide 38 - Slide