Met een stroommeter kun je meten hoe ‘sterk’ de elektrische stroom door een stroomkring is.
Je meet dan op een bepaald punt in de stroomkring hoeveel lading er in één seconde voorbijkomt.
Dat noem je de stroomsterkte.
Hoe meer elektronen er in een seconde voorbij komt, des te groter is de stroomsterkte.
De eenheid van stroomsterkte is ampère (A).
Een stroommeter wordt daarom ook wel ampèremeter genoemd.
Als de stroomsterkte klein is, meet je de stroom meestal in milliampère (mA).