Proeftoets T2

Proeftoets T2
3Havo
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Proeftoets T2
3Havo

Slide 1 - Slide

Je weet hoe het werkt:
Let goed op, dan komt alle stof nog eens voorbij en wie weet herken je op de toets nog iets.

Slide 2 - Slide

Vul de juiste vorm van het Engelse werkwoord in.
Justin ....... (googelen) gisteren naar de nieuwe update van Minecraft.

Slide 3 - Open question

Vul de juiste vorm van het Engelse werkwoord in.
Guus had zijn vraag of hij naar de wc mocht heel goed ....... (timen)

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van het Engelse werkwoord in.
Op het Antonius wordt het oude papier ...... (recyclen)

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het Engelse werkwoord in.
Hugo ........ zijn klasgenoot Maxx, omdat hij zijn wachtwoord had verraden. (unfollowen)

Slide 6 - Open question

De docent maakte ...... dat hij volgende week zijn AirFryer zou meenemen.
A
bekent
B
bekend

Slide 7 - Quiz

Dieke ...... dat zij de koektrommel heeft leeggeroofd.
A
bekent
B
bekend

Slide 8 - Quiz

Lana ....... haar docent Nederlands met een reep chocolade.
A
verraste
B
verrastte

Slide 9 - Quiz

De ....... docent at de reep meteen op.
A
verraste
B
verrastte

Slide 10 - Quiz

Volgende week ...... we met een nieuwe serie op Netflix.
A
starten
B
startten

Slide 11 - Quiz

Na dagen uitstellen, ...... we gisteren eindelijk met het leren voor de toets.
A
starten
B
startten

Slide 12 - Quiz

De koning ........ zijn dochter, nadat ze zijn vertrouwen had geschonden.
A
verstote
B
verstootte

Slide 13 - Quiz

De ....... dochter zwoer wraak te nemen op haar vader.
A
verstote
B
verstootte
C
verstoten
D
verstootten

Slide 14 - Quiz

Wat is een passend verwijswoord?
De Egyptische kameel Abu had last van ....... darmen.

Slide 15 - Open question

Wat is een passend verwijswoord?
Het Goudse Hout is een leuk strand, maar ..... is ook een natuurgebied.

Slide 16 - Open question

Wat is een passend verwijswoord?
De parkieten van Klaas hebben rare
namen: .... heten Brenda en Truus.

Slide 17 - Open question

Wat is een passend verwijswoord?
Bij Bram Ladage stond een kind, ...... gilde om patat.

Slide 18 - Open question

Wat is een passend verwijswoord?
Dit is het moeilijkste ..... ik ooit heb gedaan.

Slide 19 - Open question

Verkleinwoorden in het enkelvoud zijn altijd het-woorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Als het verwijswoord een meewerkend voorwerp met voorzetsel is, gebruik je het verwijswoord hun.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Een groot aantal fietsers ....... betrokken bij verkeersongelukken.
A
raakt
B
raken

Slide 22 - Quiz

Twee liter cola ........ enorm veel suiker.
A
bevat
B
bevatten

Slide 23 - Quiz

Een van de schapen die ...... aangevallen door de wolf, heet Clara.
A
is
B
zijn

Slide 24 - Quiz

Jullie ....... verzocht om rustig de trein te verlaten.
A
wordt
B
worden

Slide 25 - Quiz

Is het grote woord correct?

De prijs werd gewonnen door een artiest WAARVAN ik nog nooit had gehoord.
A
Iemand weet het geslacht niet waarnaar verwezen wordt.
B
Iemand weet niet of verwezen wordt naar een de-woord of een het-woord.
C
WAARVAN is juist.
D
Naar mensen verwijs je met voorzetsel + wie.

Slide 26 - Quiz

Is het grote woord correct?

De Avondshow met Lubach is het grappigste DAT ik ooit heb gezien.
A
Naar het + een overtreffende trap verwijs je met het verwijswoord wat.
B
Iemand weet het geslacht niet waarnaar verwezen wordt.
C
DAT is juist.
D
Iemand weet niet of verwezen wordt naar een de-woord of een het-woord..

Slide 27 - Quiz

En, hoe ging het?
Die toets ga ik 100% slopen
Ik heb er best wel vertrouwen in dat het lukt
Als ik er nog eens goed naar kijk, moet het lukken.
Misschien moet ik nu toch eens beginnen met leren...

Slide 28 - Poll

Succes met voorbereiden!!

Slide 29 - Slide