H5

Vandaag
- Herhaling leerdoelen hoofdstuk 5 
  

- Gezamenlijk paar oefenopgave maken 
   OF bezig met rekenvaardigheden/voorbeeldproefwerk

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nask1Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vandaag
- Herhaling leerdoelen hoofdstuk 5 
  

- Gezamenlijk paar oefenopgave maken 
   OF bezig met rekenvaardigheden/voorbeeldproefwerk

Slide 1 - Slide

5.1
- Je kan uitleggen wat een chemische reactie is
- Je kan uitleggen wat het verschil tussen een volledige en onvolledige 
    verbranding is
- Je kan verschillende vormen van energie benoemen
- Je kan de verbrandingswarmte in binas tabel 19 opzoeken van bepaalde 
   stoffen en hiermee rekenen
- Je kan de drie brandvoorwaarden noemen
- Je kan uitleggen wat oxideren is

Slide 2 - Slide

5.2
- Je kan verschillende manieren benoemen en uitleggen voor het verwarmen van een huis

- Je kan uitleggen wat het verschil tussen stroming, geleiding & straling is

- Je kan uitleggen wat isoleren is en hier verschillende voorbeelden van noemen

- Je kan isolatiemateriaal kiezen aan de hand van de λ-waarde


Slide 3 - Slide

5.3
- Je kan uitleggen wat fossiele brandstoffen zijn

- Je kan uitleggen wat het broeikaseffect is en uitleggen hoe dit versterkt wordt

- Je kan de nadelen van het gebruik van fossiele brandstoffen benoemen

- Je kan duurzame manieren benoemen om het huis te verwarmen
- Je kan duurzame manieren voor vervoer benoemen



Slide 4 - Slide

5.4
- Je kan uitleggen hoe elektrische energie opgewekt wordt

- Je kan uitleggen wat kernenergie is

- Je kan verschillende toepassingen voor elektrische energie benoemen

- Je kan het rendement van voorwerpen berekenen

Slide 5 - Slide

Nu
Je doet mee met het oefenen van berekeningen op het bord, dat betekent dat je meeschrijft & meerekent

OF

Je gaat bezig met de rekenvaardigheden & de oefentoets, je mag muziek luisteren met oortjes in. Zachtjes overleggen mag zolang je het oefenen van berekeningen niet stoort

Slide 6 - Slide

Berekeningen
Dit hoofdstuk zijn er weinig berekeningen, dat betekent niet dat er geen berekeningen op de toets komen!

Je zal veel moeten kunnen uitleggen (denk aan de begrippen)

En je moet een paar dingen uit kunnen rekenen!

Slide 7 - Slide

Omrekenen
Soms staat er KJ, MJ, of nog een andere eenheid. Dit zal je in veel gevallen om moeten rekenen naar J. Gebruik daarvoor binas tabel 3
J              KJ            MG
1            1 000       1 000 000

Je moet 1 cm3 om kunnen rekenen naar liters. Gebruik hiervoor binas tabel 2
1 cm3 = 1 mL = 0,001 L

Er kan ook gevraagd worden om de temperatuur in Kelvin om te rekenen naar graden Celsius
0 K = -273 graden C, dit staat in binas tabel 1

Slide 8 - Slide

Opgave 1
Gebruik voor de volgende opgaven binas tabel 19.

Bereken de energie die vrij komt bij de verbranding van 2 kg steenkool
  • als we 1 gram steenkool verbranden komt er 29 000 J vrij
  • 2 kg = 2000 gram
  • dus we verbranden niet 1 gram, maar 2000 gram steenkool...
  • 2000 x 29 000 = 58 000 000 J
  • Vergeet niet J erachter te zetten!

Slide 9 - Slide

Opgave 2
Probeer deze opgaven eerst zelf te maken:

Hoeveel energie komt er vrij bij het verbranden van de volgende stoffen:
1,3 g steenkool
0,5 L benzine
800 mL dieselolie
4 L aardgas
350 mL propaan

Schrijf de berekening erbij (dus wat je intypt op je rekenmachine)

Slide 10 - Slide

Opgave 2 uitwerking
Hoeveel energie komt er vrij bij het verbranden van de volgende stoffen:
1,3 g steenkool              1,3 x 29 000 = 37 700 J
0,5 L benzine                  500 x 33 000 = 16 500 000 J 
800 mL dieselolie         800 x 36 000 = 28 800 000 J
4 L aardgas                      4000 x 32 = 128 000 J
350 mL propaan            350 x 93,8 = 32 830 J

1 cm3 = 1 mL 
1 L = 1000 mL

Slide 11 - Slide

Opgave 3
Je wilt een grote ruimte gaan verwarmen. Hiervoor heb je 122 000 KJ aan energie nodig. Je kiest ervoor om propaangas hiervoor te gaan verbranden. Bereken hoeveel liter propaangas je moet verbranden. Rond af op hele liters.

Iedereen maakt deze opgave, daarna verder met rekenvaardigheden & voorbeeldproefwerk

Slide 12 - Slide

Opgave 3 uitwerking
Je wilt een grote ruimte gaan verwarmen. Hiervoor heb je 122 000 KJ aan energie nodig. Je kiest ervoor om propaangas hiervoor te gaan verbranden. Bereken hoeveel liter propaangas je moet verbranden. Rond af op hele liters.
1. 122 000 KJ = 122 000 000 J & verbrandingswarmte propaan is 93,8 J/cm3
2. Je verbrand dus 93,8 J per mL, als we een liter verbranden verbranden we 1000 x zoveel
3. 93,8 x 1000 = 93 800 J per liter


4. 122 000 000 : 93 800 = 1301 liter 
1 mL
1 L
? L
93,8 J
93 800 J
122 000 000 J

Slide 13 - Slide

Opgave 4
Je wilt een grote ruimte gaan verwarmen. Hiervoor heb je 123 000 KJ aan energie nodig. Je kiest ervoor om aardgas hiervoor te gaan verbranden. Bereken hoeveel liter aardgas je moet verbranden. Rond af op hele liters.

Slide 14 - Slide

Opgave 4 uitwerking
Je wilt een grote ruimte gaan verwarmen. Hiervoor heb je 123 000 KJ aan energie nodig. Je kiest ervoor om aardgas hiervoor te gaan verbranden. Bereken hoeveel liter aardgas je moet verbranden. Rond af op hele liters.
1. 123 000 KJ = 123 000 000 J & verbrandingswarmte aardgas is 32 J/cm3
2. Je verbrand dus 32 J per mL, als we een liter verbranden verbranden we 1000 x zoveel
3. 32 x 1000 = 32 000 J per liter


4. 123 000 000 : 32 000 = 3844 liter 
1 mL
1 L
? L
32 J
32 000 J
123 000 000 J

Slide 15 - Slide

Opgave 5
Gebruik voor deze opgaven tabel 10 in de binas

Een lamp neemt 75 J aan energie op. Hierbij zet hij 32 J om in licht. Bereken wat het rendement is van de lamp.

Een lamp neemt 85 J aan energie op. Hierbij zet hij 55 J om in warmte en 30 J om in licht. Bereken wat het rendement is van de lamp.

Een lamp neemt 90 J aan energie op. Hierbij zet hij 65 J om in warmte. Bereken wat het rendement is van de lamp.

Slide 16 - Slide

Opgave 5 uitwerkingen
Een lamp neemt 75 J aan energie op. Hierbij zet hij 32 J om in licht. Bereken wat het rendement is van de lamp.
gegeven: Eop = 75 J & Eaf = 32 J
gevraagd: rendement
formule: η = (Eaf : Eop) x 100%
berekening: η = (32 : 75) x 100 = 43
antwoord: 43%

Je kan nooit meer afstaan dan je opneemt.

Slide 17 - Slide

Opgave 5 uitwerkingen
Een lamp neemt 85 J aan energie op. Hierbij zet hij 55 J om in warmte en 30 J om in licht. Bereken wat het rendement is van de lamp.
gegeven: Eop = 85 J & Eaf = 30 J
gevraagd: rendement
formule: η = (Eaf : Eop) x 100%
berekening: η = (30 : 85) x 100 = 35
antwoord: 35%

Slide 18 - Slide

Opgave 5 uitwerkingen
Een lamp neemt 90 J aan energie op. Hierbij zet hij 65 J om in warmte. Bereken wat het rendement is van de lamp.
gegeven: Eop = 90 J & Eaf = 90-65 = 25 J
gevraagd: rendement
formule: η = (Eaf : Eop) x 100%
berekening: η = (25 : 90) x 100 = 28
antwoord: 28%


Slide 19 - Slide

Dus op de toets gebruik je binas
tabel 1, 2, 3, 10, 19 & 21

In 21 staan λ-waarde
Hoe hoger de λ-waarde, hoe slechter het materiaal isoleert
Hoe lager de λ-waarde, hoe beter het materiaal isoleert

Op de toets moet je ook alle begrippen (dikgedrukte woorden) kunnen uitleggen

Slide 20 - Slide

De rest van de lessen
- Vrijdag bezig met rekenvaardigheden & voorbeeldproefwerk

- Maandag werkblad (inval) rekenvaardigheden & voorbeeldproefwerk zijn af

- Woensdag oefentoets (inval)

- Vrijdag oefentoets bespreken, laatste les voor de toetsweek

Slide 21 - Slide