Feit, mening, argument

Feit - Mening - Argument
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Feit - Mening - Argument

Slide 1 - Slide

Opbouw van de les

  1. Korte opdracht over feit, mening en argument & korte uitleg
  2. Werkblad feit, mening en argument
  3. Aan het werk in studiemeter: woordenschat & taalverzorging 
  4. Evaluatie - quizje + tips en tops 

Slide 2 - Slide

Doel van de les
  • Je weet wat een feit is.
  • Je weet wat een mening is.
  • Je weet wat een argument is.

Slide 3 - Slide

Feit/mening
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening

Slide 4 - Slide

een feit:

Slide 5 - Mind map

EEN FEIT

Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.

Slide 6 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 7 - Slide

een mening:

Slide 8 - Mind map

EEN MENING

Wat je vindt 
Je gedachten over iets

Slide 9 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 10 - Slide

een argument:

Slide 11 - Mind map

EEN ARGUMENT

Een bewijs
Waarom je het doet of vindt

Slide 12 - Slide

DEBAT
Is het goed om energiedrankjes te verbieden voor jongeren onder de 15?

  • Je kijkt eerst naar de feiten. Bijvoorbeeld wat de nadelen zijn van energiedrankjes voor de gezondheid.  
  • Je vormt een eigen mening over het onderwerp. Ben je voor of tegen een verbod op energiedrankjes voor jongeren onder de 15 jaar? 
  • Je gebruikt argumenten om uit te leggen waarom je die mening hebt. Bijvoorbeeld: Ik ben voor het verbod op energiedrankjes voor jongeren onder de 15 jaar, want in de drankjes zit veel suiker en cafeïne en daardoor kunnen jongeren onrustig worden en hartkloppingen krijgen.   


Slide 13 - Slide

Stelling 1
Als student moet je docenten een cijfer kunnen geven, 
want dan geven zij beter les.

Slide 14 - Slide

Stelling 2
Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren.

Slide 15 - Slide

Stelling 3
Al het openbaar vervoer moet gratis worden.

Slide 16 - Slide

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 17 - Quiz

De smartphone is onmisbaar, want heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 18 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

De les is bijna voorbij.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quiz

HOE GING DE LES?
TOPS & TIPS

Slide 22 - Open question