KWAL 1 / Stage

• GASV
• Buitengewoon secundair onderwijs

KWAL 1 / Stage

Doelstellingen

OD 41 De leerling gebruikt woordenschat over maatschappelijke thema's in een zinvol verband. 

Naar welk soort bedrijf ben jij op zoek?

Waar kan je de gegevens van deze bedrijven vinden?

Wat zijn de voordelen om de school een stageplek te laten zoeken?

Wat zijn de nadelen om de school een stageplek te laten zoeken?

Telefoneren

Een goed telefoongesprek bestaat uit 3 delen:

- De intro

- Het middenstuk

- De afsluiting

De intro

De intro begint met de aanspreking met andere woorden, een goede middag of goede dag. Daarbij toon je al dat beleefdheid één van je sterke punten is. Daarna volgt de voorstelling: het is erg normaal dat je duidelijk zegt wie je bent. Dit wordt echter nogal eens vergeten. Dan komt de reden waarom je telefoneert. 

Het middenstuk

Hier is het meestal de werkgever die de touwtjes in handen neemt en vragen stelt aan de beller. Luister goed en zorg dat je steeds met zinnen antwoordt. 

De afsluiting

Als het gesprek positief evolueert, zal er waarschijnlijk een uitnodiging volgen voor een verder contact. Het is dus zeer belangrijk om onmiddellijk en duidelijk de gemaakte afspraak op te schrijven. Vergeet niet te bedanken voor het

gesprek, ook als het antwoord negatief is. Sluit af met een beleefde groet. 

Opdracht 1

Bereid een telefoongesprek voor per twee waarbij je een stageaanvraag doet.

Zorg dat de drie delen terug te vinden zijn.

Laat daarna de klas naar het gesprek luisteren. Schrijf allebei het gesprek op.

We zullen punten geven van 1 tot 5 voor de volgende aandachtspunten:

Taalgebruik (correct en duidelijk Nederlands)

beleefdheid

de 3 delen van het gesprek

alle noodzakelijke gegevens 

Opdracht 2

Vul het document rond 'Wie ben ik' individueel in.

Opdracht 3

Vul het document rond 'Je stagecontract individueel in.

Wat is een goede werkhouding?

Wat is een slechte werkhouding?

Opdracht 4

Lees de teksten en beantwoord de vragen 

De stage evaluatie

Op je stageplaats word je niet alleen door je leerkracht en de werkgever geëvalueerd, maar ook door jezelf!

Elke dag schrijf je een kort maar volledig verslag van wat je opdracht was en hoe je dit hebt gedaan.

Let op: kort en bondig, maar volledig schrijven! 

Foute manier

Ik stond om 6 uur op. Gisteren had ik mijn boterhammen al klaargezet. Daarna nam ik de fiets naar de bushalte. Ik heb daar een kwartier gewacht op de bus. Ik nam de bus naar het bedrijf. Ik was op tijd. Ik heb me omgekleed. Ik heb goedemorgen gezegd tegen mijn stagewerkgever. Ik heb in de keuken een plank genomen en een mes. Ik heb de groenten genomen uit de koelberging. Ik heb de groenten in julienne gesneden. Ik heb ze daarna in een pot gedaan om dat later soep van te koken. Dan ben ik het brood gaan halen om te beleggen voor de bejaarden. Eerst het brood besmeren met boter en dan met kaas of confituur. Daarna de borden met plastiekfolie bedekt. Dan heb ik de borden naar de kamers van de bejaarden gebracht. Dan kreeg ik uitleg over de automatische vaat. Ik moest toen alleen deze machine bedienen en de afwas erin plaatsen…. 

De goede manier

Maandag 8 april 2008

Start 8uur:

klaarzetten werkmateriaal

plamuren

schuren

werkruimte opruimen

13u00 middagpauze

13u30

schuren 

Werkplek opruimen

16u00 einde stagedag

Opdracht 5

Maak van het foute verslag een goed verslag