6.5 Energie

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

6.5 Energie

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen dat energie nooit verloren kan gaan.
  
• Je kunt uitleggen dat vermogen van een apparaat te maken heeft met energiegebruik.
  
• Je kunt berekenen hoeveel energie een elektrisch apparaat gebruikt.
  

Vermogen

De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. De eenheid van vermogen is watt (W).

Vermogen

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen. 

Kilowatt

                                 :1000

                    W                              kW

                                 x1000

Je wilt altijd naar kW.

Opdrachten maken

Wat: Opdracht 76 t/m 80 op bladzijde 96

Hoe: 10 minuten

Hulp: Buurman/vrouw of docent

Tijd: 

Klaar?: Kijk met je buurman/vrouw of jullie dezelfde antwoorden hebben.

Energie

Energie kan nooit verloren gaan! De energie die naar een apparaat gaat wordt vaak omgezet in warmte en in de energievorm van de werking van het apparaat. We meten energie in de eenheid kWh.

Tabel grootheden en eenheden

Grootheid	Symbool	Eenheid	Symbool
Energie	E	Kilowattuur	kWh
Vermogen	P	Kilowatt	kW
Tijd	t	Uur	h

E=Pxt

Deze tv staat 200 h aan. Hoeveel energie is er verbruikt?

Gegeven:

Gevraagd: 

Formule: 

Berekening:

Antwoord: 

Energiekosten =Energie x prijs van één kWh 

Deze tv staat 200 h aan. Wat kost het energieverbruik als 1 kWh 0,25 euro kost. 

Gegeven: 

Gevraagd: 

Formule: 

Berekening: 

 Antwoord: 

Wat is de formule om de energiegebruik te berekenen?

6.5 Energie

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen dat vermogen van een elektrisch apparaat te maken heeft met energiegebruik.
  
• Je kunt berekenen hoeveel energie een elektrisch apparaat gebruikt.
  
• Je kunt berekenen wat de energiekosten zijn van een elektrisch apparaat. 

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de energie.

1. E = V x t
2. E = V : t
3. e = p x t
4. E = P x t

Kim en Jan kopen beiden een oven. De oven van Kim verbruikt 200 W, de oven van Jan 300 W. Kim en Jan zeggen beiden dat hun oven zuiniger is. Wie heeft er gelijk?

1. Kim heeft gelijk, 200 W is minder als 300 W.
2. Jan heeft gelijk, meer vermogen is beter verbruik van energie
3. Geen hebben gelijk, energie kan soms verloren gaan in een andere energie soort.

Kim en Jan kopen beiden een oven. De oven van Kim verbruikt 200 W, de oven van Jan 300 W. Kim zegt dat haar oven sterker is en beter werkt. Heeft Kim gelijk?

1. Ja, 200W is beter als 300W
2. Nee, Jan heeft een betere oven gezien hij meer vermogen heeft
3. Nee, er gaat nooit energie verloren ze kunnen niks zeggen over de sterkte van de oven

In welke eenheid wil je P hebben als je ermee gaat rekenen?

1. W
2. kW
3. kWh
4. h

Hoeveel kW is 430 W?

1. 0,43
2. 4,3
3. 43000
4. 430000

Het vermogen van een wasmachine is 2500 W. Je wasprogramma duurt 4h. Bereken de energie in kWh.

Antwoord

Gegeven:  P= 2500 W: 1000= 2,5 kW en t= 4 h

Gevraagd: E

Formule: E=Pxt

Berekening: E= 4x2,5

Antwoord: E= 10 kWh

Hoeveel moet je betalen voor de energie die de wasmachine verbruikt als 1 kWh 0,25 euro kost.

Antwoord

Gegeven: E= 10 kWh en prijs= 0,25 euro

Gevraagd: E_kosten

Formule: E_kosten=E x prijs

Berekening: E_kosten= 20 x 0,25

Antwoord: E= 2,5 euro

Opdrachten maken

Weektaak:

Waar? Bladzijde 97 t/m 104

Wat? Opdracht 86 t/m 106

Hoe? In je werkboek

Klaar? Nakijken en maken werkblad