V2K woensdag 3 maart

V2K woensdag 3 maart
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

V2K woensdag 3 maart

Slide 1 - Slide

Planning 3/ 3:
- les vacances de février
- le programma jusqu'aux vacances d'été
- Chapitre 8 Brandon
- Imparfait

Slide 2 - Slide

Les vacances de février
Je gaat nu vertellen - in het Frans- over jouw vakantie. Je begint de zin met:
"Pendant les vacances, j'ai......................"
je vult aan met:
1. fait la grasse matinée                             3. joué à la console
2. regardé un film                                         4. fait un gâteau délicieux
ou bien......................................

Slide 3 - Slide

Les 6 derniers mois .......
- Finir le livre de Brandon
- Lire le livre d'Arsène Lupin
- Faire des exercices de TV5Monde & continuer à écrire en français

Slide 4 - Slide

Chapitre 8
On continue à lire les aventures de Brandon

Slide 5 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire maintenant?
  • l'imparfait!
De imparfait is de onvoltooid verleden tijd. In het Nederlands: 
ik at/ bewoog/ speelde.....

Slide 6 - Slide

Hoe gaat het vervoegen precies?
Als startpunt neem je de nous vorm van de Présent. Daar haal je 'ons' vanaf; je hebt de de STAM, daarachter zet je de juiste uitgangen. 

Voorbeeld van een regelmatig werkwoord op -er
Je parl - ais                                               = ik praatte
Tu parl - ais                                               = jij praatte, enz. 
Il / Elle / On parl - ait
Nous parl - ions
Vous parl - iez
Ils / Elles parl - aient

Slide 7 - Slide

L'imparfait - uitzondering
être   ->    de stam voor de imparfait : ét-
j'étais
tu étais
il / elle / on était
nous étions
vous étiez
ils/elles étaient                          

Slide 8 - Slide

Nu volgt een filmpje met uitleg
en wat oefeningen. Zit je klaar? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke tijd is de 'Imparfait?
A
tegenwoordige tijd
B
toekomstige tijd
C
voltooide tijd
D
verleden tijd

Slide 11 - Quiz

Je maakt een imparfait als volgt:
Stap 1....?
A
haal -ons eraf
B
neem de nous- vorm van de présent
C
Zet de uitgang erachter
D
hele werkwoord

Slide 12 - Quiz

on (danser, imparfait)
A
dansait
B
dansais
C
danse
D
dansions

Slide 13 - Quiz

nous (chanter, imparfait)
A
chantons
B
chantions
C
chantiez
D
chantaient

Slide 14 - Quiz

elles (parler, imparfait)
A
parlent
B
parlait
C
parle
D
parlaient

Slide 15 - Quiz

je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 16 - Quiz

Nous (connaître) in de Imparfait
A
connaissiez
B
connaissait
C
connaissions
D
connais

Slide 17 - Quiz

CHERCHER - IMPARFAIT
Nous ...
A
cherche
B
cherchons
C
cherchait
D
cherchions

Slide 18 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
Mes parents
A
adorait
B
adorions
C
adoraient
D
adoriez

Slide 19 - Quiz

ik kook = ........
A
je fait la cuisine
B
je faire la cuisine
C
je faisais la cuisine
D
je fais la cuisine

Slide 20 - Quiz

C'est la fin du cours: à vendredi!
à vendredi!

Slide 21 - Slide