1.2 Je omgeving ontdekken

1.2 Je omgeving ontdekken 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Je omgeving ontdekken 

Slide 1 - Slide

Programma:
  • Terugblik + controle 1.1
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik + controle
  • Welke orgaanstelsels ken je nog?
  • Waaruit is een cel opgebouwd? 
  • Wat is een weefsel?

Slide 3 - Slide

Lesdoel

  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een organisme is.
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een zoogdier is.

Slide 4 - Slide

  • Als je buiten om je heen kijkt zie je overal organismen.
  • Je bent aan het waarnemen.

Slide 5 - Slide

  • Waarnemen = het gebruiken van je zintuigen en letterlijk beschrijven wat je ziet

Slide 6 - Slide

Wanneer is iets een organisme?




  • Een levend wezen noem je een organisme.

  • Een organisme dat geen levenskenmerken meer vertoont, noem je dood.

  • Een organisme dat nog nooit levenskenmerken heeft getoond, noem je levenloos.

Slide 7 - Slide


Wanneer is iets een organisme? 




  • Waarom is Jack de Jack Russel-                                                                                       een organisme?
  • Als het aan de 6 levenskenmerk-                                                                                     en voldoet:
 

Slide 8 - Slide

Allemaal organismen, maar allemaal toch anders.
Hoe zou jij dit overzichtelijk maken?

Slide 9 - Slide

Organismen verdelen:

  • Groepjes maken op basis van een kenmerk.
  • Kenmerk = iets waaraan je een organisme aan herkent. 

Slide 10 - Slide

Opdracht:

Kijk de filmpjes en waarnemen
Beschrijf de dieren aan de hand van de volgende kenmerken:


  1. Soort huid
  2. Ademhaling 
  3. Lichaamstemperatuur
  4. Voortplanting (geboorte)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Zoogdieren

Een zoogdier waarnemen. Wat valt je op?

Kijken naar de kenmerken van een zoogdier:


  • Huid: bedekt met haren
  • Ademhaling: via longen
  • Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
  • Voortplanting: levendbarend

Wetenschappers hebben dus de dieren met de zelfde kenmerken in groepen ingedeeld.


Slide 14 - Slide

Zoogdieren

  • Zoogdieren lijken heel veel op mensen.

  • Mensen horen ook bij de groep zoogdieren.

  • Bij de meeste zoogdieren komen dezelfde organen voor als bij de mens.

Slide 15 - Slide

Aan het werk
Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken
Maken 1.2 opdracht 1 t/m 4 + 10,11,12.
afmaken.

Tekstboek bladzijde 12.13.14.
Werkboek: Bladzijde 16.

BEN JE KLAAR?
Het werk nakijken via het digitale boek.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken 

Slide 17 - Slide

Programma:
  • Terugblik 
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Afsluiten

Slide 18 - Slide

Terugblik:
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een organisme is.
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat kenmerken zijn.
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een zoogdier is.

Slide 19 - Slide

Zoogdieren

Een zoogdier waarnemen. Wat valt je op?

Kijken naar de kenmerken van een zoogdier:


  • Huid: bedekt met haren
  • Ademhaling: via longen
  • Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
  • Voortplanting: levendbarend

Wetenschappers hebben dus de dieren met de zelfde kenmerken in groepen ingedeeld.


Slide 20 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen wat determineren betekent.
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een microscoop is.
  • Je kan aan elkaar uitleggen wat een preparaat is.

Slide 21 - Slide

Wat is jou lievelingsdier?

  • Waarom is dit jou lievelingsdier? Dit doe je aan de hand van:

  • Je bent aan het uitleggen waarom het je lievelingsdier is, dit doe je aan de hand van:

Slide 22 - Slide

Een beschrijving moet de kenmerken duidelijk aangeven

Slide 23 - Slide

Om het goede dier op te kunnen zoeken kun je een zoekkaart gebruiken.

Slide 24 - Slide

Zoekkaart





Determineren
:
-Hoe werkt 
een zoekkaart?
-Waterkwaliteit?
  • Het opzoeken van het juiste organisme noem je ook wel determineren.

  • Dit doe je met een zoekkaart of determineertabel

Slide 25 - Slide

Hoe kan je een dier waarnemen?
Wat als iets heel klein is?

  • Voor kleine onderdelen een loep (vergrootglas) gebruiken
  • Voor hele kleine onderdelen gebruik je een microscoop

Slide 26 - Slide

Microscoop
Microscoop onderdelen

Slide 27 - Slide

Maar voor je iets wilt bekijken maak je een preparaat .

Slide 28 - Slide

Preparaat met een stukje van een plant.

Slide 29 - Slide

Aan het werk
Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken

Maken Hoofdstuk 1.2 bladzijde 16.
Opdracht 7-18. Klaar? Helemaal afmaken.
Gebruik de checklist in je tekstboek bladzijde 155.

BEN JE KLAAR?
Het werk nakijken via het digitale boek.
timer
10:00

Slide 30 - Slide