Interne verslaggeving (H.29/36)

Interne verslaggeving (H.29/36)
§1) Herhalen van Balans en herhalen van W&V-rekening
Hiervan zijn geen slides.

§2) Liquiditeitsbegroting (nieuw!)
Volgende slides
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Interne verslaggeving (H.29/36)
§1) Herhalen van Balans en herhalen van W&V-rekening
Hiervan zijn geen slides.

§2) Liquiditeitsbegroting (nieuw!)
Volgende slides

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Oefenen met de volgende opgave:
Havo: 
opgave 29.10
VWO:
opgave 36.10

Slide 3 - Slide

Liquiditeitsbegroting

Slide 4 - Mind map

Resultatenrekening
Liquiditeitsbegroting
Uitgaven
Kosten

Slide 5 - Drag question

Afschrijvingskosten komen op de:
A
liquiditeitsbegroting
B
resultaten begroting
C
beiden

Slide 6 - Quiz

Het aflossen van een lening komt op de:
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beiden

Slide 7 - Quiz

Op de liquiditeitsbegroting staan de verwachte .....
A
Opbrengsten en kosten
B
Ontvangsten en uitgaven
C
Winsten en verliezen

Slide 8 - Quiz

Resultaten begroting of Liquiditeitsbegroting?

'Contante inkopen'


A
Resultatenbegroting
B
Liquiditeitsbegroting

Slide 9 - Quiz

Resultaten begroting of Liquiditeitsbegroting?

'Omzet'


A
Resultatenbegroting
B
Liquiditeitsbegroting

Slide 10 - Quiz

Resultaten begroting of Liquiditeitsbegroting?

'Ontvangsten van debiteuren'


A
Resultatenbegroting
B
Liquiditeitsbegroting

Slide 11 - Quiz

Liquiditeitsbegroting: wat is NIET waar?
A
geeft de geldstromen in het bedrijf weer
B
bestaat uit inkomsten en kosten
C
ontvangsten kunnen wisselen per periode
D
laat zien of de ondernemer liquide is

Slide 12 - Quiz

Wat staat NIET op de liquiditeitsbegroting?
A
Winst
B
Ontvangsten
C
Beginsaldo
D
Eindsaldo

Slide 13 - Quiz

De liquiditeitsbegroting is altijd inclusief BTW
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Het uitbetalen van dividend komt op de:
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beiden

Slide 15 - Quiz


Waardoor verbetert de liquiditeit?
A
De betalingstermijn van debiteuren wordt korter
B
De betalingstermijn van crediteuren wordt korter

Slide 16 - Quiz

Het aanschaffen en betalen van een nieuwe machine komt op de:
A
Liquiditeitsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Beiden

Slide 17 - Quiz

Permanentie
Kosten en opbrengsten
Balans
Ontvangsten en uitgaven
Winst per periode berekenen (bijv. per maand)
Resultatenbegroting
Momentopname
Liquiditeitsbegroting

Slide 18 - Drag question

Wanneer er te weinig liquiditeit is (bank en kas zijn negatief) kan een bedrijf het beste:
A
een lening afsluiten
B
de omzet verhogen
C
crediteuren later betalen
D
de omzet uitsluitend contant afrekenen

Slide 19 - Quiz

Waar komt het positieve saldo van ontvangsten en uitgaven (dus van je liquiditeitsoverzicht) bij op de balans?

Slide 20 - Open question