Psychologie 3 - Les 2

• Psychologie
• MBO
• Studiejaar 1

Weekplanning

Week 1: 

Week 2: Vervalt i.v.m. studiedag

Week 3: Ontwikkeling van de mens (prenatale fase, baby, peuter)

Week 4:  Ontwikkeling van de mens (kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene)

Week 5: Persoonlijkheidsstoornissen

Week 6: Eetstoornissen

Week 7: Uitloop/herhaling

Afronding: Theorietoets, minimaal een 5,5 behaald

Lesplanning

• Uitleg opdracht
• Aan de slag!
• Nabespreken opdracht
• Check, leerdoelen behaald?

Leerdoelen

• Jij kunt de belangrijkste aspecten van de psychologische ontwikkeling van de mens (kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene) benoemen en in chronologische volgorde beschrijven, van de prenatale fase tot volwassenheid.
• Jij kunt de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingstaken per levensfase (kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene) beschrijven.

Opdracht tijdlijn

Verdelen maar!

Aan de slag!

Nabespreken

In welke volgorde vinden de levensfasen plaats?

1. Prenatale fase – adolescent – kind – kleuter – volwassene
2. Prenatale fase – kind – kleuter – adolescent – volwassene
3. Prenatale fase – kleuter – kind – puber – adolescent – volwassene
4. Prenatale fase – kleuter – puber – kind – volwassene

Wat leert een kleuter vooral op psychologisch gebied?

1. Leren wat goed en fout is
2. Zelf keuzes maken en jezelf herkennen
3. Een partner kiezen
4. Samenwerken

Wat hoort bij het denken van een kind van 6 tot 12 jaar?

1. Egocentrisch denken
2. Abstract en logisch denken
3. Concreet en logisch denken
4. Denken door proberen en fouten maken

Welke taak hoort bij de puberteit?

1. Leren lezen en schrijven
2. Leren praten en lopen
3. Een vaste baan vinden
4. Zelf keuzes leren maken en afstand nemen van ouders

Wat is belangrijk in de ontwikkeling van een adolescent?

1. Leren praten
2. Je eigen identiteit ontdekken
3. Emoties herkennen bij anderen
4. Denken zoals een jong kind

Wat is typisch voor de emoties van een puber?

1. Altijd stabiel en rustig
2. Geen gevoelens tonen
3. Vaak snel wisselende emoties en egocentrisch gedrag
4. Volwassen omgaan met problemen

Wat leert een jongvolwassene vooral?

1. Zelfstandig leven en verantwoordelijkheid nemen
2. Zich hechten aan zijn ouders
3. Grofmotorische vaardigheden oefenen
4. Fantasie en werkelijkheid uit elkaar houden

Wat hoort bij het denken van een kind in de basisschoolleeftijd (6-12 jaar)?

1. Abstract denken zoals een volwassene
2. Symbolen gebruiken zoals letters en cijfers
3. Samenwerken in groepen
4. Logisch denken over echte, concrete dingen