Verdeling van voeding wereldwijd

Verdeling van voeding wereldwijd
1 / 29
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verdeling van voeding wereldwijd

Slide 1 - Slide

Waarom praten over wij over voedsel en het voedselprobleem? 
Les- en kennisdoelen: 
  • Wat weet je over dit onderwerp? 
  • Hoe sta je tegenover dit onderwerp? 
Inzichts Vragen: 
  • Welke keuzes maak jij en waarom?  
  • Wat kun je van je medeleerlingen leren t.a.v. dit onderwerp ? 

Slide 2 - Slide

Nadenken over voeding 

Slide 3 - Slide

Introductie
  • Waarom is dit onderwerp zo actueel? 
  • Hoe wordt er bij jullie thuis over voedsel en de verdeling van voedsel gesproken? 
  • Is het een internationaal of een nationaal onderwerp? M.a.w. heeft iedereen in Nederland voldoende toegang tot voeding? 

Slide 4 - Slide

Hoeveel KJ is minimaal nodig?
7100 KJ (1700 Kcal) -> Als je helemaal niks doet
14.000 KJ (3350 Kcal) -> Bij zwaar werk


Gemiddeld:
9450 KJ (2260 Kcal)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het probleem:
Wat gaat hier fout?

Denk aan de verschillen
tussen westerse landen en
3e wereldlanden.
-> Vervoersmogelijkheden
-> Landbouwmethoden

Slide 7 - Slide

Tekort aan voedingsstoffen

Slide 8 - Slide

Eetgewoonten
Wat ben je gewend? In je eerste levensjaren leer je veel dingen eten.
Wat vind je lekker? Niet iedereen heeft dezelfde smaak, maar je kunt wennen aan een smaak.
Waar kom je vandaan? Eetgewoonten hangen af van het klimaat, de ligging op de wereld en wat de mensen daar gewend zijn.  
Je geloof. In sommige geloven zijn er regels over wat je wel of niet mag eten zoals koeien of varkens.

Slide 9 - Slide

Vegetarisme
-Vegetariërs
-Veganisten

Waarom?
-Dierrespect
-Gezondheid
-Geloof

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verdeling van voedsel

Slide 12 - Slide

Vleesvervangers?
Plantaardig "vlees"
Gebruiken eiwitten uit sojabonen of granen


Nieuwe ontwikkeling:
Kweekvlees

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Een vegetariër eet geen vlees. Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?

A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitaminen

Slide 16 - Quiz

Wat is de grootste reden dat er niet meer kweekvlees in de supermarkt ligt?
A
Het maken is te duur.
B
Het maken duurt te lang.
C
Mensen willen geen kweekvlees eten.
D
Het is niet diervriendelijk.

Slide 17 - Quiz

Als je vlees eet van een dier, dan eet je vooral spieren.
In de tekst staat dat kweekvlees voedingsstoffen nodig heeft om te kunnen groeien.

Welke groep voedingsstoffen zijn dit?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 18 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat mensen die vegetarisch eten voldoende peulvruchten en noten binnenkrijgen.
A
Omdat hier veel eiwitten in zitten
B
Omdat hier veel voedingsvezels in zitten
C
Omdat hier veel vetten in zitten
D
Omdat hier veel water in zit

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Opdracht debatteren
Het verbod op vleesnamen voor vegetarisch producten 
Jullie verdelen je in drie groepen: 
-scheidsrechters (minimaal 3 leerlingen) 
- voorstanders van verbod
-tegenstanders van verbod

Slide 21 - Slide

Argumenten voor en tegen
  • Voor- en tegenstanders bedenken minimaal drie argumenten 
  • Je gaat je eigen argument verdedigen
  • 1 groepslid vat alle argumenten samen 

Slide 22 - Slide

De jury 
Het jurylid presentatie let op de volgende dingen:
  • Ogen: richt de spreker zich tot de jury en het publiek?
  • Stem: is het stemgebruik (intonatie, volume en spreektempo) van de spreker overtuigend?
  • Houding: staat de spreker stevig en worden er ondersteunende handgebaren gemaakt?
  •  Be the argument: gelooft de spreker in zijn eigen verhaal?

Slide 23 - Slide

Het jurylid argumentatie let op de volgende dingen:
  •  Argumenteren: worden de argumenten op een goede manier uitgelegd en worden er ook voorbeelden gebruik?
  • Structuur: is het verhaal van de spreker duidelijk te volgen? Heeft het een duidelijk begin en einde?
  •  Luisteren: luistert de spreker goed naar de andere partij?
  • Reageren: komt de spreker met een weerlegging van de argumenten van de andere partij?

Slide 24 - Slide

Tijdens de debatten letten beide juryleden ook op teamwork:
  •  Participatie: komen alle debaters aan het woord?

Slide 25 - Slide

Hoe was de uitkomst van het Europees parlement? 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Nabespreking
  • Hoe is het gegaan? Viel het mee of tegen? 
  • Wat heb je van deze les geleerd?  

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide