Instructie rekenen - boek 6B - breuken

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Instructie dinsdag rekenen - boek 6B

breuken

Blok 2 - week 1 - les 2

We gaan we doen:

"rekenen met breuken"

Wat heb je nodig deze les?

- rekenboek blz. 23 - som 2

- wisbordje

- stift + doekje

- blauw schrift

We gaan eerst even kijken naar een filmpje op de volgende dia.

Herhalen van de les breuken vorige week:

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 60 bekertjes koffie vullen. 

Hoeveel bekertjes koffie is dan 1/3 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

60 : 3 = 20

Antwoord:

1/3 deel = 20 bekertjes koffie

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 60 bekertjes koffie vullen. 

Hoeveel bekertjes koffie is dan 1/4 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

60 : 4 = 15

Antwoord:

1/4 deel = 15 bekertjes koffie

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 60 bekertjes koffie vullen. 

Hoeveel bekertjes koffie is dan 1/5 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

60 : 5 = 12

Antwoord:

1/5 deel = 12 bekertjes koffie

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 90 bekertjes chocolade vullen. 

Hoeveel bekertjes chocolade is dan 1/2 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

90 : 2 = 45

Antwoord:

1/2 deel = 45 bekertjes chocolade

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 90 bekertjes chocolade vullen. 

Hoeveel bekertjes chocolade is dan 1/3 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

90 : 3 = 30

Antwoord:

1/3 deel = 30 bekertjes chocolade

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 90 bekertjes chocolade vullen. 

Hoeveel bekertjes chocolade is dan 1/6 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

90 : 6 = 15

Antwoord:

1/6 deel = 15 bekertjes chocolade

Uitleg som 2a (blz. 23)

In totaal kun je 90 bekertjes chocolade vullen. 

Hoeveel bekertjes chocolade is dan 1/10 deel? 

De som die je dan uit moet

rekenen is:

90 : 10 = 9

Antwoord:

1/10 deel = 9 bekertjes chocolade

Uitleg som 2b (blz. 23)

Hoeveel kopjes kun je nog vullen met het warme water wat nog in de kan zit?

Volle kan = 120 kopjes.

De kan is voor 1/6 deel gevuld. 

De som:

120 : 6 = 20

Antwoord: 

1/6 deel van 120 = 20

Uitleg som 2b (blz. 23)

Hoeveel kopjes kun je nog vullen met het warme water wat nog in de kan zit?

Volle kan = 150 kopjes.

De kan is voor 1/3 deel gevuld. 

De som:

150 : 3 = 50

Antwoord: 

1/3 deel van 150 = 50

Uitleg som 2b (blz. 23)

Hoeveel kopjes kun je nog vullen met het warme water wat nog in de kan zit?

Volle kan = 200 kopjes.

De kan is voor 1/5 deel gevuld. 

De som:

200 : 5 = 40

Antwoord: 

1/5 deel van 200 = 40

Uitleg som 2b (blz. 23)

Hoeveel kopjes kun je nog vullen met het warme water wat nog in de kan zit?

Volle kan = 80 kopjes.

De kan is voor 1/4 deel gevuld. 

De som:

80 : 4 = 20

Antwoord: 

1/4 deel van 80 = 20

Einde van de les

Jullie mogen nu in je blauwe boek blz. 23 gaan maken. 

Succes!