H5) Adverbs and adjectives

U5) Adverbs en adjectives
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

U5) Adverbs en adjectives

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Verschil bijwoord & bijvoegelijk naamwoord

  • Bijvoeglijke naamwoorden  zeggen iets over mensen, dieren of dingen.
  • Gebruik je als je kunt vragen: wat voor iets of wat voor iemand?
  • Voorbeeld: She is beautiful.

  • Bijwoorden  zeggen iets over een werkwoord.
  • Gebruik je als je kunt vragen: Hoe.....?

  • Voorbeeld:  She sings beautifully.


Slide 3 - Slide

Hoe maak je bijwoorden?
  • Door -ly achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten.

Voorbeelden:
My sister can sing beautifully.                      Mijn zus kan mooi zingen.
This apple pie was baked perfectly.          Deze appeltaart is perfect gebakken.
He talks very clearly.                                         Hij praat erg duidelijk.
The cat quickly catches the mouse.          De kat vangt de muis snel.




Slide 4 - Slide

Time to check! 
QUIZ! 

Slide 5 - Slide

He _______ reads a book.
A
quick
B
quickly

Slide 6 - Quiz

The car is ____.
A
slow
B
slowly

Slide 7 - Quiz

He works ___ on his project.
A
calm
B
calmly

Slide 8 - Quiz

Mandy is a ____ girl.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 9 - Quiz

It is a ______ day today. The class is _______ loud today.
A
terrible, terribly
B
terribly, terrible
C
terrible, terrible
D
terribly, terribly

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord

bijwoord
Informatie over mens/dier/ding
Wat voor iets of iemand
quickly
Informatie over een werkwoord
Beautiful
Terrible
Terribly
Impatient
Impatiently
Good
Happy
Happily
+LY achter het bijvoeglijk naamwoord
Enthusiastic

Slide 11 - Drag question

Wat weet je nu over bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden in het Engels?

Slide 12 - Mind map