1 hGL thema 6 paragraaf 3 en 4

6.3 Bevruchting &
6.4 Vruchten en zaden





Door meneer Groen
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.3 Bevruchting &
6.4 Vruchten en zaden





Door meneer Groen

Slide 1 - Slide

Warming up!

Slide 2 - Slide

Wanneer is er bestuiving?
A
Stuifmeel op een stamper
B
Stuifmeel op een meeldraad
C
Stuifmeel op de kelkbladeren
D
Nectar op een meeldraad

Slide 3 - Quiz

Bij welke bestuiving is er sprake van zelfbestuiving?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een windbloem
A
Kleine bloemen
B
Mooie kroonbladeren
C
Veel stuifmeel
D
Hangende meeldraden

Slide 5 - Quiz

Kan een roos een tulp bestuiven
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
6.3: Je kan het verschil tussen bestuiving en bevruchting van een plant beschrijven.
6.4: je kan uitleggen wat de vrucht van een plant is.

Slide 7 - Slide

Na de bestuiving

Slide 8 - Slide

Bevruchte eicel

Slide 9 - Slide

Van bloem naar vrucht.

Slide 10 - Slide

Vruchtvlees

Slide 11 - Slide

Opgaven
Basisstof 3: 1, 2, en 3
Basisstof 4: 1 en 2

Slide 12 - Slide

Hebben paarden bloemen zaden en of vruchten?
A
Geen zaden Geen vruchten
B
Geen zaden Wel vruchten
C
Wel zaden Geen vruchten
D
Wel zaden Wel vruchten

Slide 13 - Quiz

Heeft een vrucht altijd meerdere zaden?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Bij welke stap is er sprake van bevruchting?
A
Stuifmeel op de stamper
B
Het vormen van een stuifmeelbuis
C
Versmelten van de eicel en stuifmeelkern
D
Het ontstaan van een kiem

Slide 15 - Quiz