Vragen lesopbouw

Wat is de plaats van de lesopbouw in het didactisch model?
A
Evaluatie
B
De les/ training
C
Beginsituatie
D
Doelstelling
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de plaats van de lesopbouw in het didactisch model?
A
Evaluatie
B
De les/ training
C
Beginsituatie
D
Doelstelling

Slide 1 - Quiz

Hoe noemen we het 'praatje' aan het begin van de les?
A
Warming-up
B
Kern
C
Cooling-down
D
Lesintroductie

Slide 2 - Quiz

Welke actie hoort NIET thuis in de lesintroductie
A
Je kijkt wie aanwezig is
B
Je vraagt sieraden en horloges af te doen
C
Je geeft kort weer wat je die les gaat doen
D
Je doet allerlei bewegingsvormen voor

Slide 3 - Quiz

Hoe heeft een middellangetermijnplanning ook wel?
A
Minorplanning
B
Microplanning
C
Mesoplanning
D
Macroplanning

Slide 4 - Quiz

Welke van deze kenmerken horen bij een open planning
A
Homogene groepen
B
Flexibel
C
Gericht op prestatie
D
Gericht op recreatief

Slide 5 - Quiz

Welke stelling met betrekking tot een macroplanning zijn juist
1: Een jaarplan is een voorbeeld van een macroplan
2: Een beleidsplan is een voorbeeld van een macroplan
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Welke activiteiten horen bij de lesintroductie
A
Veiligheidsmaatregelen nemen
B
Korte weergave van de inhoud van de les
C
Opwarmen van het lichaam
D
Organisatorische afspraken maken

Slide 7 - Quiz

Welk doel hoort tot de pyschologische functie van de inleiding?
A
Structureren van de les
B
In de juiste sfeer komen
C
Vergroten van concentratie
D
Vergroten van prestatiebereidheid van de deelnemers

Slide 8 - Quiz

Wat is de pedagogische functie van een warming-up
A
Heeft functie hoe sb-deelnemers met elkaar omgaan
B
Heeft functie hoe bepaalde bewegingsdrang kwijt te raken
C
Heeft functie om lichaam op te warmen
D
Heeft functie om concentratie te verhogen

Slide 9 - Quiz

Tot welke fase van de warming-up behoort bij atletiek (loopvormen) het uitvoeren van enkele versnellingsloopjes tot 80- 90%
A
Het rekken en losmaken
B
De algemene warming up
C
De lesintroductie
D
De specifieke warming-up

Slide 10 - Quiz

Welke stellingen met betrekking tot de cooling-down zijn juist?
Stelling 1: Bij de cooling-down komen bepaalde bewegingen meestal in een vaste volgorde aan bod
Stelling 2: De cooling-dwn gebeurt volgens een standaardprocedure en is niet afhankelijk van een tak van sport
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

In welke fase van de les leer je iets aan?
A
Warming- up
B
Kern 1
C
Kern 2
D
Cooling-down

Slide 12 - Quiz

Wat is een nadeel van
A

Slide 13 - Quiz